Een echte Vader

philomeinIk ben opgegroeid in ’n gebroken gezin.  Mijn vader had 8 kinderen uit zijn eerste huwelijk. Mijn moeder had geen kinderen, en samen kregen ze mij. Ik weet het niet zeker, maar ik denk dat de eerste vrouw van mijn vader van niks wist toen mijn moeder zwanger werd van mij. Nadat ik geboren was trouwden mijn ouders en de 3 jongste kinderen uit m’n vaders eerste huwelijk woonden bij ons. Zo groeide ik dus op met mijn 3 grote broers.

In mijn baby- peuter en kleutertijd was ik een blij gelukkig kind. Maar toen ik iets groter werd begon ik te merken dat het tussen mijn vader en moeder eigenlijk niet goed zat. Ze hadden een vreemd huwelijk, en naar mijn idee (achteraf) leefden ze heel erg langs elkaar heen. Er was geen band en ze hadden geen gemeenschappelijke interesses.

Ik kan me ’n keer herinneren dat mijn broer en ik de afwas stonden te doen. Ik denk dat ik ongeveer 8 of 9 was. Ik weet niet wat de aanleiding was, maar ik draaide me om en zag daar m’n vader en moeder staan. M’n vader had zijn handen om mijn moeders nek en dreigde haar de keel dicht te knijpen. Van m’n broer mocht ik niet kijken en moest verder met de afwas. Omdat hij mijn oudere broer was luisterde ik naar hem en ging ijverig verder met de afwas. Daarna zei m’n vader dat m’n moeder niet zo lekker was en op bed was gaan liggen. Ik dacht: dat vind ik niet gek! Maar ik was ’n kind en zei niets.

De situatie thuis werd steeds meer gespannen. Mijn broers gingen het huis uit en ik bleef alleen met m’n vader en moeder. En niet lang nadat m’n broers allemaal thuis weg waren, ik was toen 12, ging mijn vader weg. Hij bracht m’n moeder naar een begrafenis, onze buurman was overleden, en hij wilde niet gaan. Hij kon niet met de buurvrouw opschieten. Maar m’n moeder wilde wel gaan dus hij bracht haar. Ik bleef alleen thuis. Toen ze weg waren bekroop mij een heel raar gevoel en ik dacht: volgens mij komt hij niet meer terug. Ik liep door het huis, en keek in de woonkamer. Mijn vader speelde accordeon en die stond altijd op één van de eetkamerstoelen. Ik keek en zag dat de accordeon weg was. En ik dacht: die is weg en komt niet meer terug. En zo was het ook.

Hij was verdwenen! Weg! Ik hoorde of zag niks meer van hem. Hij nam geen afscheid, hij heeft nooit iets gezegd, hij heeft me gewoon verlaten. Ik dacht, als mijn eigen vader niet genoeg van me houdt om bij me te blijven of om contact te houden, dan kan ik niet veel waard zijn. Dus mijn gevoel van eigenwaarde daalde naar ver beneden het minpunt.

Ik was heel erg gesloten en praatte nergens over. Ik ging gewoon door met m’n leven. Maar ik was niet gelukkig. In mijn hart was ik altijd op zoek naar ’n vader. Want dat wilde ik zo graag, een echte vader hebben! Dat gebeurde niet. En in de loop der tijd ging ik mijn vader  haten.

Daar liep ik dan: uiterlijk gelukkig en goedlachs. Maar echt contact of een diepe relatie kon ik niet met iemand aangaan. Ik had wel relaties met mannen, maar ook in die relaties kon ik niet vinden waar ik naar op zoek was. Echte vriendinnen had ik niet. En ’n vader vond ik niet.

En sinds mijn 12e, vanaf dat mijn vader weg was, bleef ik mijn rugzakje maar vullen: gevoelens van afwijzing, verdriet, haat, kwaadheid en minderwaardigheid. Toen ik midden 20 was werd die rugzak steeds zwaarder en zwaarder. En langzaam maar zeker voelde ik me afglijden in depressie. Mijn energie was op, ik kon al die gevoelens niet langer meer dragen. Ik had nog geprobeerd om alles een paar jaar te onderdrukken door het dagelijks roken van wiet, maar ook dat werkte niet. Daar voelde ik me alleen maar slechter door, omdat ik wist dat ik verslaafd was en ik wilde niet verslaafd zijn.

Ik wist me geen raad met die rugzak vol gevoelens, wat moest ik ermee doen? En ik durfde me niet kwetsbaar op te stellen en kon er niet slecht als iemand lief tegen me was, want dacht: als ik de deksel van al deze gevoelens afhaal, dan komt het er allemaal in één keer uit, en dat kan ik niet aan.

Op een gegeven moment was ik niet meer in staat om te werken, ik zag het niet meer zitten en was uitgeput. Geestelijk maar ook lichamelijk. Ik ging elke avond vroeg naar bed, stond op rond 9 uur ’s ochtends, sleepte me naar beneden om op de bank neer te ploffen. Bleef daar een uurtje lusteloos zitten, stond weer op en sleepte me weer naar bed om dan weer uren te slapen.

De moeder van mijn toen inmiddels ex-vriend geloofde in Jezus. Ik kende haar intussen vier jaar en in die afgelopen 4 jaar praatte ze zo nu en dan over God en Jezus. Ik zag hoe ze mensen behandelde en hoe ze mij behandelde: met liefde en openheid en vergevingsgezindheid. Ik hield veel van haar en in die dingen was ze een voorbeeld voor me.

Maar het ging steeds slechter met me en geestelijk voelde ik me alsof ik in een zwart gat zat. Ik dacht: ik lig aan duizend stukken en niemand ziet het, en iemand moet die stukken bij elkaar vegen want ik kan het niet.

Ik zat in een hele diepe zwarte put en ik wist niet hoe ik daaruit moest komen. Ik was er wanhopig van. In deze wanhoop ben ik op een gegeven ogenblik op mijn knieën gevallen en heb geroepen: GOD, als U werkelijk bestaat, wilt U dan mijn vader worden?

image316En wat er toen gebeurde is bijna niet met woorden te beschrijven. Ik voelde dat God me had gehoord, ik voelde dat Hij er was, het was alsof Hij over me kwam en tegelijkertijd in me kwam. Ik kreeg het gevoel dat ik gevuld werd, ik voelde het vooral in mijn borstkas. En ik dacht: Wauw! Hij bestaat echt! Hij bestaat! En Hij wil mijn vader zijn! En Hij trok me uit de put omhoog, binnen een fractie van een seconde.

Ik werd zo blij! Ik zag opeens dat het lente was. Ik zag de bloemen, de vogels, de blauwe lucht, de mooie lentegroene bomen. Ik was uit die put en stond ergens halverwege de helling. Ik kon niet meer ontkennen dat Hij bestaat, ik wist het zeker: Ik heb een Vader! Een hemelse Vader! Een echte vader!

En deze Vader heeft me lief. Sindsdien heeft Hij me geholpen om al mijn gevoelens te verwerken en een plek te geven. Hij heeft me geleerd door zijn Woord dat ik net zo veel waard ben als alle andere mensen die hier op de aarde zijn, Hij heeft me geleerd dat ik ook het recht heb op gevoelens, dat ik ook het recht heb om me te uiten, dat ik ook het recht heb om te spreken en dat mijn stem en mening net zoveel waard is als die van anderen. Ook hielp Hij me om mijn vader te vergeven, die inmiddels overleden was.

Omdat ik eigenlijk niks van de Bijbel wist en ook niet precies wist wie Jezus was ben ik een Alpha-cursus gaan volgen. Dat vond ik heel prettig, het is bij iemand thuis, met een klein groepje kijk je dan een dvd waarin op een makkelijke en hele leuke manier verteld wordt wie God eigenlijk is. Dat was heel leerzaam voor me, en na een tijdje besloot ik dat ik ook Jezus wilde leren kennen en dat ik Hem wilde volgen. Want Jezus zegt: Niemand komt tot de Vader dan door Mij!

En in juni 2002 heb ik me laten dopen om te laten zien dat ik Jezus wil volgen.

Hij is de vaste bodem onder mijn voeten. Hij is de rots op wie ik sta en op wie ik bouw. En dat wens ik ieder ander ook toe, vandaar deze getuigenis.