Eens gered altijd gered?

Er wordt over gediscussieerd in christenland. 

Jezus zegt:
Waarachtig, Ik verzeker u: wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven; over hem wordt geen oordeel uitgesproken, hij is van de dood overgegaan naar het leven (Joh. 5:24).
Dus blijven luisteren en blijven geloven, dan gaat er in ieder geval niets mis en dan hoeven we het hier helemaal niet over te hebben. En dan hebben we – zoals deze tekst en vele teksten zeggen – het eeuwige leven nú al.

Het discussiepunt is dus of iemand die eenmaal tot bekering is gekomen en een kind van God is geworden, dat kindschap weer kwijt kan raken. En het lijkt logisch van niet: je eigen kinderen blijven ook altijd je kinderen.

Er zijn een heleboel teksten aan te halen van Gods liefde, genade en trouw, en die gaan heel ver en geven veel zekerheid, zoals de tekst in Johannes 10:27-29:
Mijn schapen luisteren naar Mijn stem, Ik ken ze en zij volgen Mij. Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit Mijn hand roven. Wat Mijn Vader Mij gegeven heeft gaat alles te boven, niemand kan het uit de hand van Mijn Vader roven.

En Romeinen 8:38-39:
Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die Hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer.

Van Gods kant dreigt er geen gevaar, zijn hart en armen staan wijd open – dat heeft de kruisdood van Jezus wel bewezen – zijn vergeving en genade zijn overvloedig.

Maar er staan ook andere teksten in de Bijbel die aangeven dat je niet zomaar achterover kunt leunen; de satan blijft op de loer liggen.

Jezus zegt (in Mat. 24:10-13):
Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen.
Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered
.
Iemand die gelooft in ‘eens gered, altijd gered’, zegt in feite: Maar wie níet standhoudt tot het einde, zal ook worden gered. Als dat zo is, dan slaat die hele opmerking van Jezus natuurlijk nergens op.
En Hebreeën 3: 14 spreekt ook over die volharding als voorwaarde:
Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus.

In Hebreeën 6:4-6 staat een hele strenge tekst:
Want wie ooit door het licht beschenen is, geproefd heeft van de hemelse gave en deel gekregen heeft aan de heilige Geest, wie het weldadig woord van God en de kracht van de komende wereld ervaren heeft en vervolgens afvallig is geworden, kan onmogelijk een tweede maal worden bekeerd, omdat zo iemand voor zichzelf de Zoon van God opnieuw kruisigt en aan bespotting blootstelt.
Iemand die gelooft dat je je eeuwige leven nooit kan verliezen, zegt over deze tekst dat de hier bedoelde afvallige nooit echt tot bekering is gekomen. Maar daarmee zegt hij dat iemand die nooit echt tot bekering is gekomen dus – als hij een beetje weggelopen is geweest – nooit tot bekering mag komen. Dat is best gemeen en dat gaat lijnrecht tegen de boodschap van het Evangelie in die wil dat iedereen tot bekering komt.

Een andere strenge tekst zegt door monde van Johannes (in 1 Joh. 3:15):
Iedereen die zijn broeder of zuster haat, is een moordenaar, en u weet dat een moordenaar het eeuwige leven niet blijvend in zich heeft.
Hier wordt dan ook tegenin gebracht dat degene die haat niet echt bekeerd is. Maar deze tekst zegt dat die persoon het eeuwige leven in zich heeft en dat kan alleen door wedergeboorte. De Zoon van God is het eeuwige leven en Hij kan alleen door de heilige Geest in ons komen door waarachtige bekering en wedergeboorte. Hier wordt die persoon indirect ook een een broeder of zuster genoemd. Maar zoals deze tekst zegt, kan dat tijdelijk zijn als men zich niet van zijn haat bekeert.

In de Bergrede benadrukt Jezus dit ook (Mat. 5:22):
En Ik zeg zelfs: ieder die in woede tegen zijn broeder of zuster tekeergaat, zal zich moeten verantwoorden voor het gerecht. Wie tegen hen Nietsnut! zegt, zal zich moeten verantwoorden voor het Sanhedrin. Wie Dwaas! zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te staan.
Heel bedreigend en tegelijk eigenlijk heel mooi. God is liefde, Hij houdt heel veel van ons en wil dat wij (veel) van elkaar houden. Hij wordt heel streng als we de grens over gaan. Hij wil geen haatdragende, oordelende mensen in zijn gezin hebben. Aan ons de keus om aan haat of minachting vast te houden of aan Hem.

Eigenlijk zijn er nog veel meer teksten die dat idee van ‘eens gered, altijd gered’ op zijn minst op losse schroeven zet. Ik zal ze niet allemaal noemen. Maar er valt me nog een te binnen uit de brief aan de Hebreeën (12:14):
Jaag ernaar in vrede te leven met allen en jaag naar heiliging; wie dat niet doet zal de Heer niet zien.
Je kunt moeilijk beweren dat als je weigert jezelf schoon te (laten) maken van allerlei onreinheid en begeerte en trots, je toch gered bent, naar de hemel gaat, maar vervolgens God niet te zien krijgt. Dat is met elkaar in tegenspraak.

Maar goed, we hoeven elkaar niet te overtuigen, maar wel aan te moedigen om Jezus van dichtbij te blijven volgen, want daar gaat het om. Dan hoeven we ook nooit met zulke waarschuwende woorden aan te komen en erover te discussiëren hoe ernstig ze wel of niet zijn. Zo moedigt de apostel Petrus ons in zijn tweede brief hoofdstuk 1:10-11 ook aan:
Span u daarom des te meer in om uw roeping en uitverkiezing waar te maken, broeders en zusters. Als u dit alles doet, komt u nooit ten val en zal u onbelemmerd toegang worden verleend tot het eeuwige koninkrijk van onze Heer en redder Jezus Christus.