Waarom geloven?

Waarom laat God zich niet gewoon zien? Waarom moeten wij geloven?

De profeet Jesaja zei: Voorwaar, u bent een God die zich verborgen houdt, de God van Israël, die redding brengt.
En tegen Thomas zei Jezus: Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.

Waarom houdt God zich verborgen? En je kunt er toch niks aan doen of je wel of niet gelooft?

image744We kennen het verhaal allemaal wel: Eva en het ‘appeltje’, daar begon alle ellende. Als je het gesprek in het paradijs tussen de slang en Eva bekijkt, dan valt op dat de slang eerst Gods woorden verdraait en dan zelfs helemaal tegenspreekt nadat Eva hem had geantwoord dat God hen had verboden van de vrucht van die ene boom te eten:

‘Jullie zullen helemaal niet sterven’, zei de slang. ‘Integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, dat jullie dan als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’ De vrouw keek naar de boom. Zijn vruchten zagen er heerlijk uit, ze waren een lust voor het oog, en ze vond het aanlokkelijk dat de boom haar wijsheid zou schenken. Ze plukte en at ervan. Ze gaf ook wat aan haar man, die bij haar was, en ook hij at ervan.

Haar eerste zonde was dat ze de vrucht plukte en at, denken we, maar eigenlijk was haar diepere zonde dat ze Gods woorden niet meer geloofde maar die van de slang. Ze ‘besloot’ God niet meer te geloven toen de vrucht haar zo aanlokkelijk aankeek. En waarschijnlijk was Adam bang haar te verliezen als hij niet meedeed en nam het van haar aan en at er ook van.

Voor Jezus’ komst was je rechtvaardig als je Gods geboden gehoorzaamde, nu ligt het accent meer op het geloof, en dan wel het geloof in Jezus. Het lijkt erop dat God in de geschiedenis eerst de mens goed bewust wilde maken van de noodzaak van gehoorzaamheid en nu aan het herstel van het geloof werkt.


God kan zich niet laten zien

God zei tegen Mozes die een hele intieme relatie met Hem had: Mijn gezicht zul je niet kunnen zien, want geen mens kan Mij zien en in leven blijven.
En de apostel Paulus zei: Hij alleen is onsterfelijk en Hij woont in een ontoegankelijk licht; geen mens heeft Hem ooit gezien of kan Hem zien.

Het kan dus gewoon niet. Hij kan zich wel op een andere manier aan ons openbaren en ons hart overtuigen, maar daar komt toch altijd geloof en overgave bij kijken. image765En als Hij zich heel duidelijk in de zichtbare wereld aan ons zou openbaren, dan zou dat nog niet werken zonder geloof. Toen Jezus Lazarus, die al vier dagen in een graf lag en al stonk, uit de doden opwekte, geloofden velen niet, omdat ze God gewoon niet wilden hebben in hun leven. Toen Jezus stierf was het drie uur lang donker overdag, er waren aardbevingen en rotsen scheurden en het enorme gordijn in de tempel die de toegang tot het allerheiligste afsloot scheurde van boven naar beneden doormidden, en nog lieten velen zich niet overtuigen. Het blijft een keus…


God is geest

Hij is de Koning der eeuwen, de onvergankelijke, onzichtbare en enige God, zegt Paulus, en wij richten ons niet op de zichtbare dingen maar op de onzichtbare, want de zichtbare dingen zijn tijdelijk, de onzichtbare eeuwig.

In het allerdiepste van de mens zit een antenne die Gods aanwezigheid kan bespeuren. Dat is niet ons verstand, dat zijn niet onze zintuigen en dat vinden velen van ons jammer want we willen zo graag zichtbare ‘bewijzen’. Die antenne in ons is onze geest. Onze communicatie met God is van geest tot Geest. God wil ons optrekken naar Zijn wereld die geestelijk is. Die onzichtbare, geestelijke wereld kunnen wij als natuurlijke mens niet zonder (bege)leiding binnenkomen. We zijn van nature geestelijk blind zijn en dus moeten we ons aan Hem toevertrouwen, Hem geloven. Maar er zijn gevaren. De duivel opent ook deuren naar de onzichtbare wereld en doet zich daarbij voor als een engel van het licht. Hij probeert ons mee te lokken naar zijn ‘afdeling’ en vraagt ook geloof. Maar God brengt ons Zijn geestelijke wereld binnen door bekering en wedergeboorte. Waarachtig, Ik verzeker u: alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien, zei Jezus. Dus bij God is het ’t omgekeerde: eerst geloven, dan zien.


Is dat nou toevallig of je wel of niet gelooft?

Waarachtig, Ik verzeker u: wie luistert naar wat Ik zeg en Hem gelooft die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven, zegt Jezus, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. Er hangt wel ontzettend veel af van ons geloof of ongeloof: de hemel of de hel. Dus kan geloven of niet geloven niet iets zijn dat je per ongeluk overkomt!

image752Als iemand het evangelie van Jezus te horen krijgt, gaan zijn gedachten en onderbewustzijn direct hard aan de slag om de voor- en nadelen af te wegen van dat geloven. In feite voelen veel mensen wel dat je de waarheid spreekt  als je het over God hebt, want de heilige Geest getuigt mee als je spreekt, dat wil zeggen dat God zelf het hart van de ander aanraakt. Maar als die persoon beseft dat geloven inhoudt dat je je moet bekeren, God om vergeving moet vragen, je leven moet veranderen, misschien anderen om vergeving moet vragen, en daar allemaal geen zin in heeft, dan besluit die persoon maar niet te geloven.  Maar dat houdt wel in dat je met je ongeloof God voor leugenaar uitmaakt. Maar gelukkig is God vaak geduldig met ons en gunt ons meestal wel wat tijd, maar je weet eigenlijk nooit hoeveel tijd je krijgt.


Geloven is heel normaal

Geloven is trouwens niet iets ongewoons, wij zijn voortdurend aan het geloven. Het bepaalt onze levensweg, maar het heeft ook met hele praktische zaken te maken. De een gelooft dat geld gelukkig maakt en zal er dan alles voor doen er veel van te krijgen. De ander gelooft in carrière en is niet te houden. Weer een ander gelooft dat een harmonieus gezin geluk brengt en wil dat boven alles koesteren. Weer een ander zoekt het in spiritualia of erg genoeg in spiritualiën.
image751We geloven in auto’s of vliegtuigen zonder de techniek ervan te begrijpen. We werken bij een bedrijf en geloven dat we aan het eind van de maand uitbetaald krijgen. We zijn verliefd, gaan trouwen en geloven die persoon tot het einde lief te zullen hebben. Dus ‘geloven’ is ons helemaal niet vreemd, het bepaalt ons denken en handelen.

Bij kinderen speelt het een nog grotere rol; er wordt door ons van hen voortdurend geloof gevraagd, geloof in onze woorden, verhalen, daden en alles wat ze op school te horen krijgen. Stel je voor dat een kind je niet gelooft als je zegt dat ie rechts moet rijden in het verkeer, niet gelooft dat leren op school belangrijk is en zelfs niet gelooft dat je van hem houdt, dan zit je toch met je handen in het haar met zo’n kind. Dat probleem heeft God met ons dus ook… Maar gelukkig zijn kinderen niet zo erg als wij.


De keuze om te geloven

Het diepste van ons wezen herkent God als Hij tot ons spreekt of tot ons nadert. Dat vermogen is ingebouwd, het geweten ook. Maar de keus in Hem te geloven is niet makkelijk te nemen omdat we de consequenties ervan enigszins beseffen (we beseffen trouwens meer wat we kwijtraken dan wat we krijgen). En op grond van onze aard kiezen we te geloven of niet te geloven. En met ‘aard’ bedoel ik: bereidheid om aan het licht te komen en schoon schip te maken of de neiging om zich in het donker te verstoppen. De bereidheid om zichzelf te verloochenen en lief te hebben of de wens zichzelf altijd centraal te stellen. De bereidheid het tijdelijke te relativeren om een eeuwige schat binnen te halen of het tijdelijke genot najagen. De bereidheid te buigen en nederig te zijn of kiezen voor hoogmoed. Dat gaat dus allemaal diep, dat heeft met de kern van ons wezen te maken. En van die keuze hangt ons soort eeuwig leven af. Voor iemand die niet aan het licht wil komen zal de hemel trouwens sowieso een hel zijn want daar is alles liefde en transparantie en dat is verschrikkelijk als je dat zelf niet hebt en bent.

image766Zou God geen geloof vragen maar zichzelf zo laten zien, als dat kon, dan hadden de mensen als het ware geen keus meer om Hem wel of niet te volgen, dat zou te overweldigend zijn, dat zou afbreuk doen aan onze vrije wil.

Maar bovenal is de geloofsweg een training in vertrouwen. Binnen een relatie is het belangrijkste: vertrouwen, geloof in elkaar. God heeft zijn Zoon in ons geïnvesteerd omdat Hij in ons gelooft, nu is het aan ons om in Hem te geloven.