HET EINDE VAN DE WERELD
Als kind vond ik het zo jammer dat ik de schepping niet meegemaakt had, en ik dacht toen: dan wil ik toch minstens het einde van de wereld meemaken! Dus vroeg ik aan mijn moeder wanneer het einde zou komen. Zij antwoordde met de woorden van Jezus: “Als alle volkeren het Evangelie gehoord hebben“. Dan ga ik eraan meewerken dat iedereen het te horen krijgt! dacht ik toen enthousiast.
Veel mensen houden er op basis van hun geloof rekening mee dat het einde nadert. Joden, christenen en mohammedanen wachten nu op hun Messias. Anderen verwachten het einde op grond van de wetenschap of gewoon door om zich heen te kijken. En sommige mensen kunnen heel erg goed rekenen en leven zich enthousiast op dit onderwerp uit en jagen sommige mensen de stuipen op het lijf.
Jezus’ rekensommetje
Nou zou ik hier kunnen uitweiden over allerlei zeer interessante rekentechnieken die er bestaan en dat is zeker een leuke bezigheid, maar laten we toch maar een beetje serieus blijven.
Ook in Jezus’ tijd was er trouwens nieuwsgierigheid naar het tijdstip van het einde, zoals we kunnen lezen in hoofdstuk 24 van het boek Matteüs:
Op de Olijfberg aangekomen ging Hij zitten met zijn leerlingen om zich heen, en nu ze onder elkaar waren vroegen ze: ‘Vertel ons, wanneer zal dat allemaal gebeuren en aan welk teken kunnen we uw komst en de voltooiing van deze wereld herkennen?’
En het eerste wat Jezus antwoordde was: ‘Pas op dat niemand jullie misleidt. Want er zullen velen komen die mijn naam gebruiken en zeggen: “Ik ben de Messias,” en ze zullen veel mensen misleiden’.
Dan vertelt Hij dat er oorlogen zullen zijn, aardbevingen, hongersnoden, en daarvan zegt Hij: dat alles is het begin van de weeën (terwijl wij de neiging hebben om dat al als het einde te beschouwen).
Daarna zullen de christenen hevig vervolgd worden en zullen er velen van het geloof afvallen. En toen zei Hij heel praktisch: Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen. Met andere woorden: zit niet te rekenen, maar werk en preek het Evangelie, dan komt het einde vanzelf. En dankzij de verkondiging van het Evangelie via tv, radio en internet komt dit moment nu razendsnel dichterbij.
En er zullen tekenen zijn aan zon, maan en sterren, alles gaat flink schudden voordat Hij komt.
En nu voor alle mensen die van rekensommetjes houden zegt Hij: Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het.
Amen! zou je zeggen, maar vreemd genoeg slaan christenen dan toch aan het rekenen en krijgen nog volgelingen ook, terwijl de Bijbel zo duidelijk is. Het is mij een raadsel waarom er zoveel in trappen.
Is het einde van de wereld wel dichtbij?
De Bijbel is er duidelijk over dat er een eindtijd is en het einde van de wereld nadert, en er is enorm veel over geschreven, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament.
Eerst even wat de apostel Petrus hierover gezegd heeft:
Vergeet vooral niet dat er aan het einde van de tijd spotters zullen komen, die hun eigen begeerte volgen en smalend vragen: ‘Waar blijft hij nu? Hij had toch beloofd te komen?
Dan vertelt hij over Noach en de ondergang van de wereld toen. En Jezus zegt ook dat deze tijd lijkt op de tijd van de zondvloed: En zoals het eraan toeging in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon: ze aten, ze dronken, ze huwden, ze werden uitgehuwelijkt, tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg.
Dan vervolgt Petrus, reagerend op de spotters:
De Heer is niet traag met het nakomen van zijn belofte, zoals sommigen menen; hij heeft alleen maar geduld met u, omdat Hij wil dat iedereen tot inkeer komt en niemand verloren gaat. De dag van de Heer zal komen als een dief. De hemelen zullen die dag met luid gedreun vergaan, de elementen gaan in vlammen op, de aarde wordt blootgelegd en alles wat daarop gedaan is komt aan het licht…. Die dag gaan de hemelen in vlammen op, en de elementen vatten vlam en smelten weg. Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
Dat is duidelijk, maar niet compleet. Petrus spreekt hier niet over het duizendjarig vrederijk waar bijvoorbeeld Jesaja, Micha, Paulus en Johannes in Openbaringen over spreken. In de Bijbel wordt namelijk een duizendjarig vrederijk beschreven dat voorafgaat aan het einde van de wereld.
Het duizendjarig vrederijk
Wij leven nu in een tijd dat alles tot een climax komt: de kennis en macht van de mens, en tegelijk het menselijk en demonisch kwaad. Dan komt het moment dat Jezus in gaat grijpen en zijn rijk zal vestigen in de zichtbare wereld met Jeruzalem als middelpunt.
In Openbaringen hoofdstuk 20 vertelt Johannes een deel van zijn visioenen over het einde:
Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten.
Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de Messias. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de eerste opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de eerste opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen. Zij zullen priester van God en van de Messias zijn en duizend jaar lang samen met Hem heersen.
Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal de satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad. Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen.
En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid.
Toen zag ik een grote witte troon en Hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van Hem weg en verdwenen in het niets.
Hierna wordt het Laatste Oordeel beschreven. Dus de strekking van dit verhaal is duidelijk: eerst het Vrederijk en dan het einde van de wereld en dan het oordeel. Daarna worden er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde geschapen.
In Micha 4 en 5 wordt dit Vrederijk beschreven, waarbij ook vermeld wordt dat de komende Koning uit Bethlehem zou komen. En in Zacharia 14 kunnen we lezen over het moment dat het begint.
In Jesaja 11 staat er over de Messias en zijn rijk geschreven:
Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg. Want kennis van Jahweh vervult de aarde, zoals het water de bodem van de zee bedekt.
En in Jesaja 65:
Zie, ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Wat er vroeger was raakt in vergetelheid, het komt niemand ooit nog voor de geest. Er zal alleen maar blijdschap zijn en groot gejuich om wat Ik schep. Ik herschep Jeruzalem in een jubelende stad en schenk haar bevolking vreugde. Dan zal Ik over Jeruzalem jubelen en Mij verblijden over mijn volk.
Geen geween of geweeklaag wordt daar nog gehoord. Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt. Zij zullen huizen bouwen en er zelf in wonen, wijngaarden planten en zelf van de opbrengst eten; in wat zij bouwen zal geen ander wonen, van wat zij planten zal geen ander eten. Want de jaren van mijn volk zullen zijn als de jaren van een boom; mijn uitverkorenen zullen zelf genieten van het werk van hun handen. Zij zullen zich niet tevergeefs afmatten en geen kinderen baren voor een verschrikkelijk lot. Zij zullen, met heel hun nageslacht, een volk zijn dat door Jahweh is gezegend.
Ik zal hun antwoorden nog voor ze Mij roepen, Ik zal hen verhoren terwijl ze nog spreken. Wolf en lam zullen samen weiden, een leeuw en een rund eten beide stro en een slang zal zich voeden met stof. Niemand doet kwaad, niemand sticht onheil op heel mijn heilige berg – zegt Jahweh.
Hier wordt er gesproken over een hemels bestaan, vrede en overvloed, maar nog wel met de dood, daarom is dit nog niet de nieuwe hemel en de nieuwe aarde waarvan Petrus en Johannes spreken. In Openbaringen staat beschreven dat de dood de laatste vijand is waarmee afgerekend zal worden. Ook die zal bij het Laatste Oordeel in het vuur geworpen worden, waarna de nieuwe hemel en de nieuwe aarde komen.
Dus duurt het vanaf nu nog minstens 1000 jaar voordat de wereld vergaat! Jammer voor alle doemprofeten en gelukkig voor degenen die bibberen.
Wat er voorafgaat aan Jezus’ terugkomst
Behalve wat Jezus hierover zegt in de Evangeliën, spreken Johannes en Paulus nog over andere tekenen; dit zegt de apostel Paulus tegen de christenen die te veel eindtijd-minded waren:
Broeders en zusters, over de komst van onze Heer Jezus Christus en het tijdstip waarop we met Hem worden verenigd, zeggen we u: verlies niet meteen uw verstand en raak niet in paniek wanneer een profetie, een uitspraak of een brief die door ons zou zijn geschreven, het voorstelt alsof de dag van de Heer op het punt staat aan te breken. Laat u door niemand misleiden, op geen enkele manier. De dag van de Heer breekt niet aan voordat velen zich van het geloof hebben afgekeerd en de wetteloze mens verschenen is, hij die verloren zal gaan.
Hij zal alles wat goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om in Gods tempel plaats te nemen op de troon en zich voor te doen als God zelf. Herinnert u zich niet dat ik u dit herhaalde malen heb gezegd toen ik bij u was? Dan weet u ook wat hem nog tegenhoudt en dat hij pas zal verschijnen op de voor hem vastgestelde tijd.
Hoewel in het verborgene de wetteloosheid nu al werkzaam is, moet eerst degene die hem tegenhoudt verdwijnen. Pas dan verschijnt hij – en dan zal de Heer Jezus hem doden met de adem van zijn mond en vernietigen door de aanblik van zijn komst. De komst van de wetteloze mens is het werk van Satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden, niet aanvaard. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven.
Hier spreekt Paulus over de antichrist, de grote komende wereldleider die vele mensen zal misleiden. Die hebben we nog niet, dus het is onwaarschijnlijk dat Jezus morgen terugkomt. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat we nonchalant kunnen leven en niet waakzaam zouden moeten zijn.
Er gebeurt een heleboel en er gaat nog een heleboel gebeuren. Veel mensen voelen dat, vandaar de vele complottheorieën tegenwoordig. De Bijbel zegt ons dat we als mensheid uiteindelijk moeten gaan kiezen wie we dienen zullen: God of de Mammon, de god van het geld, gelinkt aan het 666-Beest. Het zal erom gaan spannen. We zien het materialisme en de techniek toenemen, het wordt steeds meer een god. Als dat het belangrijkste is in ons leven dan is het dat straks ook als de antichrist komt, en dan gaan wij ten onder. Dus moet de strijd vandaag gestreden worden en de keuzes vandaag genomen worden.
Er valt zoveel over het onderwerp van de eindtijd te lezen in de Bijbel; het beste is zelf aan de slag te gaan, te beginnen bij Matteüs 24 en 25.
Israël
Israël neemt een belangrijke plaats in in de eindtijd. Het is nog steeds Gods uitverkoren volk onder de volkeren. Israël is het Nieuwe Verbond nog niet binnengegaan, maar dat komt, zoals voorspeld is in o.a. Jeremia:
De dag zal komen – spreekt Jahweh – dat ik met het volk van Israël en het volk van Juda een nieuw verbond sluit, een ander verbond dan ik met hun voorouders sloot toen ik hen bij de hand nam om hen uit Egypte weg te leiden. Zij hebben dat verbond verbroken, hoewel ze Mij toebehoorden – spreekt Jahweh. Maar dit is het verbond dat Ik in de toekomst met Israël zal sluiten – spreekt Jahweh: Ik zal mijn wet in hun binnenste leggen en hem in hun hart schrijven.
Dan zal Ik hun God zijn en zij mijn volk. Men zal elkaar niet meer hoeven te onderwijzen met de woorden: Leer Jahweh kennen, want iedereen, van groot tot klein, kent Mij dan al – spreekt Jahweh. Ik zal hun zonden vergeven en nooit meer denken aan wat ze hebben misdaan.
Dit zegt Jahweh, die de zon heeft gemaakt als het licht voor de dag, de maan en sterren als de lichten voor de nacht, die de zee opzweept, zodat de golven bruisen, wiens naam is Jahweh van de hemelse machten: Pas als deze orde ophoudt te bestaan – spreekt Jahweh – bestaat ook Israël niet meer, is het niet meer voor altijd Mijn volk.
Jezus zal op de wolken terugkomen en neerdalen op de Olijfberg bij Jeruzalem en van daaruit gaan regeren, dus geen wonder dat de satan in dat gebied zoveel onrust stookt en alle eeuwen lang probeert het Joodse volk te vernietigen. En volgens de Bijbel zal de wereldpolitiek zich meer en meer op Israël gaan concentreren en uiteindelijk zal er tot een massale oorlog tegen dit volk besloten gaan worden.
In Zacharia 12 staat:
Zo spreekt Jahweh, die de hemel heeft uitgespannen en de aarde heeft gegrondvest, die de mens het leven heeft gegeven: Ik zal van Jeruzalem een beker wijn maken die de omringende volken bedwelmt. Als Jeruzalem wordt belegerd, zal ook Juda onder de voet gelopen worden. Op de dag dat alle volken op aarde tegen Jeruzalem oprukken, zal ik van de stad een zware steen maken waaraan haar belagers zich vertillen.
De discipelen vroegen op de Olijfberg aan Jezus wanneer het einde zou komen en dat is niet toevallig dat ze dat net daar vroegen. Jezus is namelijk met hemelvaart vanaf de Olijfberg opgestegen en zal volgens de profetieën weer op de Olijfberg terugkeren.
En Zacharia vervolgt twee hoofdstukken verder:
Daarna zal Jahweh uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer.
Die dag zal Hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west. Jullie zullen wegvluchten, het dal in tussen die twee bergketens die zullen reiken tot aan Asel, zoals jullie ook gevlucht zijn bij de aardbeving in de tijd dat koning Uzzia regeerde over Juda.
En Jahweh, mijn God, zal verschijnen met al de zijnen. Op die dag zal er geen licht zijn; de hemellichamen verliezen hun glans. Op die ene dag, die alleen Jahweh kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren.
Als die tijd aanbreekt, zal er in Jeruzalem zuiver water ontspringen: de ene helft zal in het oosten in zee uitmonden en de andere helft in het westen, zowel in de zomer als in de winter.
En de Jahweh zal koning worden over de hele aarde. Dan zal Jahweh de enige God zijn en zijn naam de enige naam.
En daar kijken we nu naar uit. De eerste stap van wat ons te wachten staat, en wat voor een! En dat kan heel binnenkort gaan gebeuren. En dat is niet het einde, maar het begin van een heleboel goeds voor degenen die de goede kant hebben gekozen.
Hij die op de troon zat zei: ‘Alles maak ik nieuw!’ – Ik hoorde zeggen: ‘Schrijf het op, want wat hier wordt gezegd is betrouwbaar en waar.’ … Ik ben de alfa en de omega, het begin en het einde. Wie dorst heeft geef Ik vrij te drinken uit de bron met water dat leven geeft. Wie overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal mijn kind zijn. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.’