Engelen
Over het algemeen is er door de hele geschiedenis heen overal op de wereld een besef geweest van het bestaan van bovennatuurlijke wezens. In veel godsdiensten kregen die wezens de titel van godheden. Bijvoorbeeld bij de Grieken en Romeinen, en vandaag de dag nog heel uitbundig in bijvoorbeeld het hindoeïsme. Of ze worden gezien als bosgeesten, spoken, leidende geesten, enz. Bij ons, moderne mensen, spelen die wezens niet meer zo’n rol – alhoewel, de laatste jaren weer meer.
Wat zegt de Bijbel hierover?
In de Bijbel komt het woord engel ruim 300x voor. Maar er wordt ook gesproken over cherubs en serafs. Het woord ‘engel’ betekent ‘boodschapper’. Zij zijn door God geschapen voordat Hij de hemelen en aarde schiep. Zij zijn dus niet geboren, zijn onsterfelijk, en er zijn er ontelbaar veel, vertellen de profeet Daniël en de apostel Johannes ons. Tienduizend maal tienduizenden, duizend maal duizenden. Reken maar uit. En dan gaat het alleen nog maar om de engelen die zich om de troon van God bevinden, niet eens om die allemaal op aarde aan het werk zijn.
Door de hele Bijbel heen zie je mensen die engelen ontmoetten, soms zelfs hele legers tegelijk. De bekendste personen die ontmoetingen met engelen hebben gehad in het Oude Testament (vóór Jezus’ tijd) zijn Abraham, Lot, de moeder van Ismaël (stamvader van de Arabieren), Jacob, Mozes, Joshua (waarschijnlijk met Michaël), de ouders van Samson, Gideon, David, Elia, Elisa, Daniël (met Gabriël) en uiteindelijk Zacharia. Maar ook in het Nieuwe Testament kwamen mensen engelen tegen: de vader van Johannes de Doper en Maria (Gabriël) en Jozef, de herders in Bethlehem, Jezus zelf natuurlijk, Petrus en de zijnen, Filippus, Cornelius, Paulus, enz. Engelen horen er gewoon bij! Ze worden overal bij betrokken. Zijn zij niet allen dienende geesten, uitgezonden om hen bij te staan die deel zullen krijgen aan de redding? staat er in de brief aan de Hebreeën. Zij zijn het personeel van God. Meestal zien we ze niet, maar ze zijn er wel. Ze houden zich bewust op de achtergrond, handelen niet uit zichzelf en willen niet aanbeden worden.
Cherubs
Net zoals bij de mensen, heb je bij de hemelse wezens ook allerlei soorten en rangorden. De allerbelangrijkste zijn waarschijnlijk de cherubs. Zij dragen de troon van God en staan om zijn troon heen. Zij hebben vleugels, wat van de engelen niet gezegd wordt. De eerste keer dat we cherubs in de Bijbel tegenkomen is in de hof van Eden, waar zij de toegang tot het paradijs bewaakten met de boom van het Leven nadat Adam en Eva gezondigd hadden. Verder zien we veel later Mozes en Salomo die uitvoerige instructies ontvangen voor het laten maken van afbeeldingen van deze wezens om deze vervolgens in de tabernakel en in de tempel te laten plaatsen.
God troont op de cherubs, staat er vaak in de Bijbel, en David zingt ervan in de psalmen. De profeet Ezechiël heeft ze gezien en spreekt er veel over. Maar hij heeft het ook over een van hen waar het niet zo goed mee afgelopen is en waar God hier tegen spreekt: Je was een cherub, je vleugels beschermend uitgespreid, je was door mij neergezet op de heilige berg van God, waar je wandelde tussen vurige stenen. Je was onberispelijk in alles wat je deed, vanaf de dag dat je was geschapen tot het moment dat het kwaad in je gevonden werd. Er wordt nog meer over hem verteld, ook door de profeet Jesaja. Er wordt verteld dat hij enorm mooi en wijs was en de bron van de muziek. De cherub waar het hier om gaat is later de satan, de duivel geworden.
Hij leefde in het paradijs, in Eden, staat er ook. Ik heb eens horen uitleggen dat de engelen van God te horen kregen dat Hij de mens ging scheppen en dat zij hen dan zouden moeten dienen. Dat was hem het verkeerde keelgat ingeschoten en daar was alle ellende mee begonnen. Wie weet… Maar laten we niet te veel fantaseren en kijken wat de Bijbel vertelt. In Jesaja staat: Je zei bij jezelf: Ik stijg op naar de hemel, boven Gods sterren plaats ik mijn troon. Ik zetel op de toppen van de Safon, de berg waar de goden bijeenkomen. Ik stijg op tot boven de wolken, ik evenaar de Allerhoogste. Dat was zijn plannetje.
Hij heeft vele engelen in zijn val meegetrokken. Uit Bijbelteksten kun je afleiden dat een op de drie engelen gevallen is en dat zij nu het leger van de boze geesten vormen, de ‘buitenaardse wezens‘ die naar de aarde zijn getrokken en opstandigheid en ellende in allerlei vorm verspreiden.
Serafs
En nu de serafs. De profeet Jesaja heeft het erover: In het sterfjaar van koning Uzzia zag ik de Heer, gezeten op een hoogverheven troon. De zoom van zijn mantel vulde de hele tempel. Boven hem stonden serafs. Elk van hen had zes vleugels, twee om het gezicht en twee om het onderlichaam te bedekken, en twee om mee te vliegen. Zij riepen elkaar toe: ‘Heilig, heilig, heilig is Jahweh van de hemelse machten. Heel de aarde is vervuld van zijn majesteit.’ Door het luide roepen schudden de deurpinnen in de dorpels, en de tempel vulde zich met rook.
Nog andere wezens
De apostelen Petrus en vooral Paulus heeft het verschillende malen over wezens in de onzichtbare werelden en noemen ze steeds: engelen, machten en krachten. Dus wat dat allemaal precies inhoudt, is niet zo duidelijk. De profeet Ezechiël in het Oude Testament heeft het ook over vier wezens om de troon van God met vier vleugels en vier verschillende gezichten: van een mens, een adelaar, leeuw en stier, waar bliksemschichten tussen schieten en die volgens Johannes in het boek Openbaringen geheel met ogen bedekt zijn. En over wezens met wielen vol ogen en raderen die door de Geest gestuurd worden. Allemaal heel boeiend.
De realiteit hier en nu
Maar de wezens waar we het meest mee te maken hebben zijn de engelen (en de boze geesten) hier op aarde. Om te beginnen zegt Jezus dat ieder kind een engel bij zich heeft die voortdurend het gezicht van God ziet. Maar ook zij die hun leven aan God hebben gegeven, hebben engelen bij zich. Bij hoge nood krijgen we ze wel eens te zien als bemoediging, of horen we een stem van binnen om ons voor iets te beschermen, of ervaren we een ingrijpen bij groot gevaar. Ik heb zelf eenmaal een engel gezien, bij mijn doop engelen horen zingen en ontmoetingen met een engel gehad (zonder hem te zien). Dat zijn ervaringen die ik nooit meer kan vergeten. En er zijn veel mensen die zulke ervaringen hebben gehad en nog hebben.
Engelen worden vaak afgebeeld als liefelijke blote peuters met vleugeltjes. Maar het zijn dienende geesten, boodschappers en krijgers die in een voortdurende strijd met boze geesten zijn verwikkeld. Zij kunnen een enorme kracht bezitten. Toen Israël in oorlog was tegen de Assyriërs gebeurde het volgende. Diezelfde nacht trok een engel van Jahweh ten strijde en doodde in het kamp van de Assyriërs honderdvijfentachtigduizend man. En dat door één engel en waarschijnlijk was dat geen liefelijke peuter met libellenvleugeltjes.
Mooi, zou je denken, dan kunnen die alle oorlogen oplossen. Maar engelen grijpen niet zomaar in. In feite zijn er tweemaal zoveel engelen als boze geesten, maar als een volk kiest voor opstandigheid, vuiligheid, onrechtvaardigheid, dan hebben de boze geesten als het ware het recht daar te heersen. Maar zo gauw een volk zich bekeert, op de knieën gaat, zich vernedert en bidt en smeekt, dan komen de engelen in actie. Ze zijn er wel, maar wachten op de gebeden tot God en vervolgens op het commando van Boven.
Er wordt maar één engel een aartsengel genoemd in de Bijbel en dat is Michaël. Maar er zijn er meer, want er staat geschreven dat Jezus’ terugkomst aangekondigd zal worden door het bazuingeschal van een aartsengel. Michaël is de beschermengel van Israël en de hoogste generaal van het engelenleger. Gabriël is een boodschapper die Daniël de visioenen en uitleg over de eindtijd gaf en de geboorte van Johannes de Doper en Jezus aankondigde. En misschien is hij ook wel de aartsengel die Jezus’ terugkomst zal aankondigen.
Nergens in de Bijbel worden engelen zo vaak genoemd als in het boek Openbaringen, dat vooral over de eindtijd gaat. Daar komt de geschiedenis en de geestelijke strijd tot een climax. Dus we gaan ze nog wel tegenkomen…