Kwaadspreken
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen die afdalen in de schuilhoeken van zijn binnenste
(Spreuken 18:8).
Dus vrij vertaald: roddel is als lekkere chocolaatjes die zo je buik in glijden.
Sommige mensen vinden dat heel lekker, maar anderen denken wat meer aan hun gezondheid en eten daar wat minder van.
In Spreuken 11:12 staat:
Wie zijn medemens kleineert, heeft geen verstand en is harteloos. Iemand die wijs is, zwijgt.
God houdt veel van ons, Hij wil niet dat iemand kwaad over ons spreekt. Maar Hij houdt ook veel van de ander en wil niet dat wij slecht over die ander spreken.
We halen er even het woordenboek bij, zodat we precies weten wat de woorden betekenen waar we het over hebben:
-
-
-
- Kwaadspreken = negatief spreken over iemand die er niet bij is, en die woorden kunnen (gedeeltelijk) waar of onwaar zijn.
- Roddelen = met voldoening praten over afwezigen, vooral negatief en zonder het met de waarheid al te nauw te nemen.
- Lasteren = kwaad van iemand spreken dat niet waar is.
-
-
We hebben het allemaal wel eens over ons heen gekregen. En we hebben het allemaal wel eens gedaan.
Jezus heeft er zelf ook behoorlijk last van gehad en weet dus wat we mee kunnen maken of een ander aan kunnen doen. Over Hem zeiden de Farizeeën:
Kijk toch eens, wat een veelvraat, wat een dronkaard, die vriend van tollenaars en zondaars.
‘Hij kan die demonen alleen maar uitdrijven dankzij Beëlzebul, de vorst der demonen.’
‘We hebben vastgesteld dat deze man ons volk van het rechte pad afbrengt en de mensen ervan weerhoudt belastingen aan de keizer te betalen.’
En hij werd er vaak van beschuldigd dat Hij de sabbat schond.
En vlak voor zijn dood werd nog een boel verzonnen.
Kwaadsprekerij kan dus zelfs iemands leven in gevaar brengen en de wet in Leviticus verbiedt dat expliciet.
De slang
En nu halen we het Grieks erbij.
‘Diabolos’ is het Griekse woord voor ‘verdacht maken, kwaadspreken’.
Dat is opvallend, want het is ook het woord voor ‘duivel’.
Dus de duivel wordt niet in de eerste plaats geassocieerd met moorden, vernietigen, liegen, stelen, hoererij plegen of zo, maar met ‘kwaadspreken’.
Dat was ook het eerste wat de slang in het paradijs deed – God verdacht maken. En daar begon alle ellende mee.
Eva zei:
‘God heeft ons verboden van de vruchten van die boom te eten, anders zullen we sterven.’
De slang antwoordde:
‘Jullie zullen helemaal niet sterven, integendeel, God weet dat jullie de ogen zullen opengaan zodra je daarvan eet, en dat jullie dan als God zullen zijn en kennis zullen hebben van goed en kwaad.’
Dus eigenlijk zei de slang: God liegt – je zult niet sterven. En: God wil niet dat jullie wijs worden, jullie de ogen open gaan en dat jullie aan Hem gelijk zullen worden. Hij zet God dus als onbetrouwbaar neer en als iemand die de mens van alles misgunt.
Het woord ‘diabolos’ betekent heel letterlijk: door elkaar gooien.
Hij gooit waarheid en leugen door elkaar en brengt zo verwarring.
Als wij kwaadspreken over iemand, dan zijn wij op één lijn met de duivel, in perfecte harmonie en kan hij vrij door ons heen werken.
En dat klinkt best wel erg ernstig en eng.
En zo betekent het woord ‘demoniseren’: ‘iemand systematisch ongunstig voorstellen’.
Dus in dit woord wordt kwaadspreken ook als het grootste kwaad van een boze geest gezien.
Natuurlijk staan er daarom in zowel het Oude als het Nieuwe Testament genoeg vermaningen.
We lezen er een in de brief van Jakobus:
Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de wet en veroordeelt de wet. En als je de wet veroordeelt, handel je niet naar de wet, maar treed je op als rechter. Er is maar één wetgever en rechter: Hij die bij machte is te redden of in het verderf te storten. Maar wie ben jij om je naaste te oordelen? (Jakobus 4:11-12).
Dit is een tekst waar ik even diep over na heb moeten denken, en dat komt waarschijnlijk omdat die specifiek aan de Joden was gericht, typisch Joods uitgedrukt.
Op die tekst kom ik straks nog even op terug.
Als praten over iemand roddel wordt, dan vind ik het moeilijk om dat te stoppen, dan voel ik me een beetje schijnheilig, omdat ik zelf ook wel eens roddel.
Grens naar roddelen
Soms is de grens naar roddelen ook moeilijk te onderscheiden.
Hart luchten
Je hebt bijvoorbeeld iemand tegenover je die zijn hart even moet luchten over iemand anders die het hem of haar behoorlijk moeilijk heeft gemaakt. En dat moet kunnen. Het Joodse advies (in de Talmoed) is dan om iemand helemaal uit te laten praten zodat hij daarna niet zo de neiging heeft om opnieuw te proberen die last bij iemand anders kwijt te raken.
Voorbede
Je kunt ook over iemand spreken om daarna samen voor die persoon te bidden.
Waarschuwen
Of het is even nodig om iemand voor iemand anders te waarschuwen. Bijvoorbeeld je wilt een zaak met iemand beginnen, maar anderen weten dan te vertellen dat hij al veel mensen heeft opgelicht en dat je dus uit moet kijken.
Maar wanneer wordt het dan roddel?
Dan is het eerste Bijbelvers dat we gelezen hebben waarschijnlijk het beste middel om roddel te onderscheiden:
De woorden van een lasteraar zijn als lekkernijen die afdalen in de schuilhoeken van zijn binnenste (Spreuken 18:8).
Als praatjes lekker smaken, dan kloppen ze niet.
Nog een belangrijke spreuk:
In veelheid van woorden ontbreekt de overtreding niet, maar wie zijn lippen bedwingt, is verstandig (Spreuken 10:19).
Dus, hoe meer je kletst, hoe gevaarlijker het wordt.
Daarom zegt Paulus ook in Titus:
Ook oudere vrouwen moeten zich ingetogen gedragen, ze mogen niet kwaadspreken of verslaafd zijn aan wijn (Titus 2:3).
Van te veel praten ga je roddelen en van te veel wijn ga je te veel praten, enzovoorts.
En tegen Titus zei Paulus:
Herinner allen eraan dat ze overheid en gezag moeten erkennen en gehoorzaam moeten zijn, bereid om altijd het goede te doen, dat ze van niemand mogen kwaadspreken, vredelievend en vriendelijk moeten zijn en zich tegenover alle mensen steeds zachtmoedig moeten gedragen (Titus 3:1-2).
Een mooi gebod hè? God zelf is zo.
De macht van woorden
Wij zijn naar Gods beeld geschapen en God heeft alles door zijn Woord geschapen. Omdat we naar zijn beeld zijn geschapen, hebben woorden bij ons dus ook veel macht.
Als we het goede spreken dan verbindt de heilige Geest zich daaraan.
Het Griekse woord voor ‘zegenen’ betekent op de eerste plaats: ‘goed spreken over, prijzen, complimenteren’.
Het omgekeerde is kwaadspreken, vervloeken als het ware. Laten we daarom voorzichtig zijn met woorden.
In Spreuken 11 vers 11 staat:
Door de zegen van oprechte mensen komt een stad tot bloei, de uitspraken van goddelozen zijn haar ondergang.
Je kunt het woord ‘stad’ ook vervangen door het woord ‘gemeente, kerk’.
Persoonlijk
Ik heb ook weleens flinke laster over mij heen gehad. Dat was op gang gekomen door een jaloerse vrouw, terwijl ik eigenlijk niets met haar te maken had. Daarna stapelden roddels, misverstanden en rare situaties zich razendsnel op. Het werd een lawine. Er werd dus geroddeld en gelasterd maar niemand kwam in dat alles persoonlijk naar mij toe, de oudsten ook niet. Er waren geen betrouwbare getuigen of bewijzen of bekentenissen. Uiteindelijk kreeg ik via via te horen dat ik niet meer in de gemeente mocht komen. Toen ben ik naar de voorganger gegaan om te vragen of dat zo was en wat de reden daarvan was. En ik heb hem erg genoeg moeten wijzen op de hele Bijbelse procedure die hij overgeslagen had.
Jakobus legt uit dat er in zulke gevallen dus kwaad gesproken wordt over de wet en dat de wet dan veroordeeld wordt. De wet zegt namelijk dat er getuigen moeten zijn en bewijzen, en dat iemand meerdere malen aangesproken moet worden en dat het dan eventueel voor de raad van oudsten gebracht moet worden. Dat gaat altijd gepaard met respect.
Maar als je kwaadspreekt of roddelt, sla je al die stappen over en dan schuif je dus Gods rechtvaardige wet en Jezus’ boodschap van de liefde aan de kant – die minacht je dan net zoals de persoon zelf – en dan neem je Gods plaats in en oordeel je en veroordeel je. Wauw!
En daarom zegt Jakobus dan ook: Wie ben jij dat je een ander oordeelt?!
Visioenen
Ik heb in mijn leven niet veel dromen of visioenen van God gehad, maar wel een paar die heel duidelijk waren.
Ik had eens van iemand een heel negatief beeld door alles wat die persoon uitgespookt had, wat op mij ook een enorme impact heeft gehad. Toen gaf God me op een avond een visioen waarin ik die persoon in aanbidding zag, heel zuiver en puur, geen vroom gedoe maar heel ontspannen en heel echt. Dat was erg mooi om te zien.
Later begreep ik dat God die persoon zelf zo zag en dat dat mogelijk was door het kruis en het bloed van Jezus dat alle zondeschuld wegfiltert. En Hij wilde dat ik ook zo zou kijken en vanuit dat beeld zou bidden voor die persoon. Eerlijk gezegd is dat niet altijd gelukt.
Jaren later zat ik in een gemeente en toen gaf God weer zo’n boodschap.
Ik zag daar af en toe dingen gebeuren waar ik flinke kritiek op had en dat ook uitsprak. En ik voelde ook wel dat ik daarin te fel was. In die periode gaf God me tweemaal een visioen van de gemeente en daarin zag ik haar als een prachtige reine bruid, echt mooi en heel heilig. Oei, dacht ik. Ik moet oppassen, want het is de gemeente van Jezus en Hij wil niet dat ik kwaad over haar denk en spreek en haar niet aanval.
Job
En vaak denken we helemaal gelijk te hebben in wat we over iets of iemand denken. Dat dachten de vrienden van Job ook.
Job kreeg midden in zijn leven ineens heel veel ellende over zich heen en hij snapte daar niets van. En daarbij zei God niet waarom hem dat alles overkwam en waar dat toe moest dienen.
Jobs vrienden kwamen na een tijdje bij hem zitten om hem te troosten. En op een gegeven moment begonnen de eerste drie te spreken en dat hadden ze beter niet kunnen doen. Ze concludeerden dat al het lijden op de een of andere manier zijn eigen schuld was. Ze kwelden hem alleen maar. Aan het einde was God kwaad op die drie vrienden. Maar als je kijkt naar wat ze zeiden, dan zat er een heleboel goeds en vrooms tussen, maar God keek dus wat dieper in hun hart en zag de kwaadsprekerij.
Oordelen moeten we aan God overlaten, en kwaadspreken ook – wou ik bijna zeggen – maar dat doet Hij helemaal niet, verre van dat zelfs. Heel ver van dat.
God zegent
God zegent, zo is Hij. Hij is liefde, een liefde die vergeeft en reinigt. Zelfs de allerergste dingen wil Hij het liefste vergeven, bij iedereen. Hij wil iedereen redden en bij zich hebben. En zo positief als dat Hij zelf is, zo wil Hij ons ook maken. Wat een voorbeeld hebben we aan Hem!