De GAVEN VAN DE GEEST

De Heilige Geest is een moeilijk onderwerp in de huidige kerk, net zoals Jezus in zijn tijd voor de gelovigen een moeilijk onderwerp was.

Jezus vertegenwoordigde toen God op aarde, nu is de heilige Geest “God van dichtbij” voor ons.
Jezus werd in zijn tijd door vele gelovigen niet geaccepteerd, ze vonden zijn woorden en gedrag vaak choquerend, ze hadden een heel andere Messias verwacht. Nu hebben wij gelovigen vaak hetzelfde probleem met de heilige Geest, Hij wil zich uiten op een manier die soms verwart en onzeker maakt en daarom wordt er vaak geprobeerd Hem met onze theologie in een kooi te houden – Hij mag er zijn maar niet te veel doen. En de heilige Geest is zachtmoedig, Hij dringt zich niet op. 

image737Johannes de Doper en Pinksteren

Johannes maakte veel indruk en velen kwamen tot hem om zich te laten dopen. Sommige dachten dat hij Elia was – hij zag er ook zo uit – anderen de Messias of de Profeet, maar in de evangeliën horen we hem zeggen:
Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor Hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur.

In het evangelie van Johannes had hij ook geroepen: Daar is het Lam van God, dat de zonde van de wereld wegneemt. Vaak denken we dat dit laatste het hoofddoel van Jezus’ komst was, maar het was een ‘tussendoel’ om die doop in de heilige Geest mogelijk te maken.

Bij zijn hemelvaart zei Jezus: Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten tot de belofte van de Vader, waarover jullie van Mij hebben gehoord, in vervulling zal gaan. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.

God nam in vroege tijden zijn Geest bij de mensen weg vanwege de zonde en daarmee viel de intimiteit met God helemaal weg.
Door de Heilige Geest worden we opnieuw geboren, een kind van God, ontvangen we een intieme relatie met Hem, kunnen we met Hem communiceren, krijgen we de zekerheid voor de eeuwigheid gered te zijn. We “verhuizen” naar de geestelijke wereld. Door de doop in de heilige Geest worden we toegerust om God te kunnen dienen, ontvangen we kracht en vrijmoedigheid en gaven van de Geest om voor God bruikbaar te kunnen zijn in zijn kracht, want zijn koninkrijk en de strijd er omheen zijn geestelijk, zegt de Bijbel.

Jammer genoeg wordt deze volle zegen vaak niet ervaren, niet ontvangen. Het kan komen door een gebrek aan overgave, door niet werkelijk Jezus op de eerste plaats te zetten en Hem te dienen. Maar het kan ook komen door de leer van de soort kerk waar we in zitten. In veel kerken wordt nu gepredikt dat als we ons willen laten dopen, dat niet (als kind) door besprenkeling moet gebeuren, maar dat we ons in het water onder moeten laten dompelen, want dat betekent het woord ‘dopen’ ook. Maar hetzelfde geldt voor de Geest. We laten ons ‘besprenkelen’ met een paar druppeltjes in plaats van ons onder te laten dompelen in Gods Geest zonder enige (theologische) terughoudendheid. Maar als we de moed hebben gehad ons wel helemaal aan God en zijn Geest over te geven, dan kunnen de volgende gaven in ons beginnen te werken.

 

De negen gaven

In iedereen is de Geest zichtbaar aan het werk, ten bate van de gemeente, zegt Paulus.
Nu zou hij zeggen: In iedereen zou de Geest zichtbaar aan het werk moeten zijn…

De negen gaven van de Geest, waar ik nu vooral de nadruk op wil leggen, staan opgesomd in 1 Korintiërs 12 en daarna verder uitgewerkt in hoofdstuk 14:

Aan de een wordt door de Geest een woord van wijsheid geschonken, aan de ander door diezelfde Geest een woord van kennis; de een ontvangt van de Geest een groot geloof, de ander de gaven om te genezen. En weer anderen de kracht om wonderen te verrichten, om te profeteren, om geesten te onderscheiden, om in klanktaal te spreken of om uit te leggen wat daar de betekenis van is.

Sommige kerken zeggen dat de heilige Geest opgehouden is zo te werken toen de Bijbel af was en dat de gaven nu niet meer nodig zijn. Die ‘wijsheid’ staat niet in het Woord. Dat is theologie aanpassen aan onze geestelijk krachteloze toestand. En juist deze krachteloze toestand schreeuwt om de doop in de Geest en het gebruik van de gaven.

Anderen zeggen: ja, maar het draait om de liefde. Maar het een sluit het ander niet uit. Als je doodziek bent of verslaafd of zoiets en de een wenst je vol liefde Gods zegen toe, dat is lief. Maar als een ander bewogen over je raakt, je de handen oplegt en geneest en bevrijdt in Jezus’ naam, dan kom je toch graag die laatste ook tegen, toch? Belangrijk is dat men gelooft en de liefde kent, die het geloof zijn kracht verleent, zegt de apostel Paulus die vol liefde was en daarom volop de gaven gebruikte. Ook de gaven van de Geest zijn de handen van de liefde.

Het is duidelijk dat als deze gaven werken in de gemeente, de gemeente opgebouwd zal worden en op een hoger plan gebracht zal worden. Zoals alle groeiprocessen, doet dit proces ook af en toe pijn doordat er onderweg dingen aan het licht gebracht moeten worden en daar houdt niet iedereen van en de satan zeker niet. Maar wij zoeken natuurlijk alleen God te behagen…

De volgorde van de behandeling van de gaven zijn wat willekeurig gekozen; ze komen in de Bijbel ook in verschillende volgorden voor.

 

Waarom KLANKTAAL ?

Zoals we in de Bijbel kunnen zien is over het algemeen de eerste reactie op de doop in de heilige Geest het spreken in vreemde talen.

De eerste passage waar we klanktaal (tongentaal/glossolalie) tegenkomen is in Markus 16:17-18, waar Jezus het volgende profeteerde:
‘Degenen die tot geloof zijn gekomen, zullen herkenbaar zijn aan de volgende tekenen: in Mijn naam zullen ze demonen uitdrijven, ze zullen spreken in onbekende talen, met hun handen zullen ze slangen oppakken en als ze een dodelijk gif drinken zal dat hun niet deren, en ze zullen zieken weer gezond maken door hun de handen op te leggen.’
Kortom: gelovigen zullen bovennatuurlijke krachten doen.
Demonen uitdrijven is blijkbaar het belangrijkste, maar direct daarna spreekt Jezus ook over klanktaal. Waarom krijgt klanktaal zo’n belangrijke plaats, wat is het nut ervan?

De tweede passage in de Bijbel waar klanktaal voorkomt is in Handelingen 2:3-4, het Pinksterfeest, waar we de eerste vervulling van Jezus’ profetie tegenkomen:

Er verschenen aan hen een soort vlammen, die zich als vuurtongen verspreidden en zich op ieder van hen neerzetten, en allen werden vervuld van de heilige Geest en begonnen op luide toon te spreken in vreemde talen, zoals hun door de Geest werd ingegeven.

Een eerste teken van de doop in de heilige Geest is een grote vrijmoedigheid; de discipelen spraken op luide toon staat er.

En zij spraken talen die door henzelf niet verstaan werden, maar door de anderen wel.
Toen het geluid weerklonk, dromden ze samen en ze raakten geheel in verwarring omdat ieder de apostelen en de andere leerlingen in zijn eigen taal hoorde spreken. Ze waren buiten zichzelf van verbazing en zeiden: ‘Het zijn toch allemaal Galileërs die daar spreken? Hoe kan het dan dat wij hen allemaal in onze eigen moedertaal horen?
…wij allen horen hen in onze eigen taal spreken over Gods grote daden.’

We kunnen er zeker van zijn dat hier in Jeruzalem op dat moment het evangelie gepredikt werd in zijn zuiverste vorm, rechtstreeks vanuit de heilige Geest, zonder inmenging van eigen gedachtes en overtuigingen.
Dit verschijnsel komt nog wel eens voor in de gemeente of op het zendingsveld. De persoon wordt gedrongen in een vreemde taal te spreken en omstanders blijken het te verstaan.

De derde passage waar klanktaal voorkomt, in Handelingen 10:45-46, zien we de eerste heidenen deze taal ontvangen, namelijk Cornelius en de zijnen:
De Joodse gelovigen die met Petrus waren meegekomen, zagen vol verbazing dat ook heidenen het geschenk van de heilige Geest ontvingen, want ze hoorden hen in klanktaal spreken en God prijzen.
Hier valt op dat de apostelen de klanktaal (en de lofprijzing) als een teken zagen dat iemand de heilige Geest ontvangen had.

In Handelingen 19:6 staat er: …en toen Paulus hun de handen had opgelegd daalde de heilige Geest op hen neer, zodat ze in klanktaal gingen spreken en profeteerden.
De eerste reactie op de doop in de heilige Geest is de klanktaal, gevolgd door profetieën en lofprijs. Waarom die klanktaal toch steeds?

Klanktaal wordt vaker door degenen die het niet spreken de onbeduidendste gave genoemd. Waarom geeft de heilige Geest die dan als eerste? Of diezelfde mensen zeggen dat er altijd uitleg moet volgen (en in een samenkomst moet daar ook naar gestreefd worden). Maar bij de eerste drie voorbeelden in de Bijbel was daar in ieder geval geen sprake van, het was een spontane reactie van de mensen op de vervulling met de Geest.

Wat is klanktaal?

Het is een taal die rechtstreeks uit de geest, uit het hart, komt, zonder bemoeienis van het verstand, rechtstreeks geïnspireerd door de heilige Geest. Een taal van geest tot Geest. Kan het ook een engelentaal zijn?

Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal, zei Paulus, en: Ik dank God dat ik meer dan u allen de gave heb in klanktaal te spreken.

Opbouw

Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God, vervolgt Paulus. Niemand kan hem verstaan, want door toedoen van de Geest spreekt hij onbegrijpelijke taal. Iemand die in klanktaal spreekt is daar alleen zelf bij gebaat (tenzij er uitleg volgt natuurlijk).
Iemand die in klanktaal spreekt onderwijst dus zichzelf, bouwt zichzelf op. De heilige Geest onderwijst via deze weg de persoon, legt Zijn wijsheid in hem. Een onbeduidende gave?

In klanken spreken vraagt om een diepere overgave dan bij een gewoon gebed, zeker in het begin. Je laat je verstand los en geeft je over aan de directe leiding van de heilige Geest.

Ik heb gemerkt dat de klanktaal ineens kan beginnen te functioneren in noodgevallen, bijvoorbeeld bij een confrontatie met een boze geest, al of niet in een persoon. Of in een moeilijke situatie dat er snel een beslissing genomen moet worden. Of bij een groot verdriet en een zware geestelijke druk.

Gebed

Behalve voor opbouw is de klanktaal ook een gebedstaal:
De Geest helpt ons in onze zwakheid; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. God, die ons doorgrondt, weet wat de Geest wil zeggen. Hij weet dat de Geest volgens Zijn wil pleit voor allen die Hem toebehoren.
Wat is er mooier dan dat de heilige Geest zelf in ons bidt, bestaat er een volmaakter gebed, een meer efficiënt gebed, een gebed dat meer op verhoring kan rekenen?

Wie durft nog te zeggen dat deze gave onbeduidend is?
Dus wat moet ik doen? Ik zal bidden met mijn geest, maar ook met mijn verstand.

Lofprijs

Iemand die in klanktaal spreekt, spreekt niet tot mensen maar alleen tot God, vervolgt Paulus.

Hier zien we ook dat klanktaal gebruikt wordt voor lofprijzing. Gelukkig maar, want wat te doen als ons hart zo vol is van lofprijzing is dat er geen woorden voor te vinden zijn. Klanktaal is hierin gespecialiseerd. Dan kun je al je aanbidding uit je hart laten stromen zonder naar woorden te hoeven zoeken. Gezamenlijk kan dat erg mooi klinken. Zou er ook uitleg nodig zijn bij het zingen en aanbidden in de geest?
Dus wat moet ik doen? Ik zal zingen met mijn geest, maar ook met mijn verstand.

Geestelijke strijd

Soms, tijdens een gebedsbijeenkomst, bidt iedereen ineens in klanktaal. Dan gaat het niet om uitleg, dan hoeft niemand te weten wat je zegt, dan wordt er gezamenlijk gestreden. Dat kan gebeuren als een geestelijke strijd hevig wordt, als er barricades geslecht moeten worden. Boze geesten verstaan deze taal niet en worden onzeker, want ze weten dat de heilige Geest werkt, maar weten niet wat er gezegd wordt en wat er kan gaan gebeuren.

Openbaring

Sommigen hebben de gave in klanken te profeteren.
Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft.
Waarom niet direct gewoon in het Nederlands profeteren?
Klanktaal is als het ware de sleutel naar de bovennatuurlijke wereld. Als iemand ineens in klanken begint te spreken in een samenkomst, spitst iedereen zijn (geestelijke) oren, stemt zich af op de Geest, opent zich. Het verlamt eventuele aanwezigheid van boze machten. Vaak daarna begint het profeteren op gang te komen, komen er openbaringen, kunnen er krachten gaan werken. Dat zien we ook vaker na gezamenlijk zingen of spreken in tongen.

De eerste keer dat ik in het openbaar in een vreemde taal sprak klopte mijn hart hevig en trilde ik helemaal. Het was een hele strijd om die eerste stap te zetten, maar de drang van de heilige Geest was te sterk om niet te gehoorzamen. Op het moment dat ik begon te spreken zag ik in een visioen aan mijn voeten onkruid groeien dat echter direct door vuur verbrand werd. Ik begreep dat deze taal heel heilig is. Ik was vol ontzag. Het eerste woord van de uitleg was: “Vrees niet”. De rest heb ik van de opwinding niet meegekregen…

Orde

In Korinte was iedereen zo enthousiast, wanordelijk enthousiast, dat Paulus wat regels moest aanbrengen: Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn. Er mogen twee, hoogstens drie van u in klanktaal spreken, ieder op zijn beurt en bovendien met iemand die de uitleg geeft. Is er niemand die dit kan, dan moeten ze zwijgen en alleen voor zichzelf tot God spreken. (of zoals daarvoor staat: daarom moet iemand die in klanktaal spreekt bidden om die te kunnen uitleggen). Laat van hen die profeteren er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. Wanneer aan iemand die nog op zijn plaats zit iets geopenbaard wordt, moet degene die op dat moment spreekt verder zwijgen. U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd.

Heerlijk als een gemeente zo levendig is en de heilige Geest zo de ruimte krijgt. Paulus zei niet: Jullie maken er een potje van, dus hou er maar mee op, zoals vele gemeentes gereageerd hebben, nee, Paulus gooit niet het kind met het waswater weg, maar hij brengt orde aan, zoals dat van goed leiderschap verwacht mag worden.

Waarom in klanken spreken?

Doodgewoon omdat Gods Woord dat zegt: Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest. En daar hoort klanktaal bij.

Een soldaat gaat ook niet in zijn zwembroekje de strijd in, hij neemt zijn uitrusting mee. Er zijn christenen die de gaven van de Geest niet (willen) aannemen, die dat niet nodig vinden, maar daardoor zijn zij beperkt inzetbaar in de geestelijke strijd, die bovennatuurlijk is.

Kan iedereen deze gave ontvangen?

Ik persoonlijk geloof dat het voor iedereen is. Wie heeft het niet nodig innerlijk opgebouwd en onderwezen te worden? Wie vindt altijd zijn woorden om God te aanbidden?

Paulus zei: Ik zou willen dat u allen in klanktaal sprak. Dat zegt hij ook van profeteren, maar niet van andere gaven. Blijkbaar belangrijk dat iedereen dat doet, temeer daar het onze geest voor de bovennatuurlijke wereld opent, daar waar de werkelijke strijd plaatsvindt.

Kan iedereen in klanktaal spreken en kan iedereen die uitleggen? vraagt Paulus. Ik geloof dat hij hier spreekt van de gave boodschappen in het openbaar door te geven in deze taal, niet over klanktaal als persoonlijke gebedstaal. In de oorspronkelijke taal staat het er ook anders: …heeft iedereen de gave om…? en niet …kan iedereen…?

Het is net als schilderen, dat kan iedereen, zelfs een aap, maar niet van iedereen kan gezegd worden dat hij een gave heeft om te schilderen. Zo geloof ik dat wij allemaal de mogelijkheid hebben door de doop in de heilige Geest allerlei bovennatuurlijke dingen te doen, maar sommigen zijn uitgesproken begaafd op een bepaald gebied.

Kortom, broeders en zusters, streef ernaar te profeteren en verhinder niet dat er in klanktaal gesproken wordt.

En zo komen we bij het volgende onderwerp:

 

DE ZEGEN VAN HET PROFETEREN

Legde Jahweh zijn geest maar op heel het volk! Profeteerde iedereen maar!
Dat riep Mozes uit als antwoord toen enigen zich beklaagden dat er mensen in het kamp aan het profeteren waren.

Joël profeteerde dat dit werkelijk zou gaan gebeuren in de eindtijd: Daarna zal zich dit voltrekken: Ik zal mijn geest uitgieten over al wat leeft. Jullie zonen en dochters zullen profeteren, oude mensen zullen dromen dromen, en jongeren zullen visioenen zien.

Paulus sprak in dezelfde geest als Mozes: Ik zou willen dat u allen in klanktaal sprak, maar ik wil nog liever dat u profeteert.

En profeteert iedereen, dan zal een ongelovige buitenstaander door iedereen worden beoordeeld en terechtgewezen. Al het verborgene zal aan het licht komen en dan zal hij zich ter aarde werpen, God aanbidden en belijden: ‘Werkelijk, God is in uw midden.

Blijkbaar is deze gave krachtiger dan wat dan ook.

Wat is profetie?

Profeteren is het uitspreken van een boodschap die de heilige Geest ingeeft: voor iedereen, een groep of iemand persoonlijk.
Profetieën zijn vaak confronterend, troostend en bemoedigend. De boodschappen zijn vaak zó raak, dan weet je dat God met je spreekt en wat is er mooier dan dat?

Profeteren in het OT en in het NT

De profetieën in het OT waren veel meer gericht op volkeren, oordelend, over de eindtijd en het openbaar worden van de Zoon van God, veel toekomstvoorspelling dus. Maar ook veel bemoedigingen en vooral terechtwijzingen. En dat allemaal uitgesproken door ‘beroepsprofeten’, uitverkorenen waarop de Geest rustte.
In het NT kan iedereen profeteren en de profetieën zijn veel meer gericht op de relatie met God en elkaar, maar natuurlijk ook op de richting die genomen moet worden.

Paulus zegt: iemand die profeteert spreekt tot de mensen opbouwend, troostend en bemoedigend.
Heel positief! Dus als iemand je al profeterend de grond in boort, weet je op grond van dit Schriftgedeelte dat niet de Geest van God tot je spreekt.

Hoe weet je verder of het echt is?

Mozes spreekt hierover in Deuteronomium.
Misschien vraagt u zich af: Is er een manier om te bepalen of een profetie al dan niet van Jahweh komt? Die is er inderdaad: als een profeet zegt te spreken in de naam van Jahweh, maar zijn woorden komen niet uit en er gebeurt niets, dan is dat geen profetie van Jahweh geweest.

Wanneer een profeet of een droomuitlegger uit uw midden een teken of een wonder voorspelt, dat vervolgens uitkomt, en hij verbindt daaraan een oproep om andere, u onbekende goden te volgen en te dienen – luister dan niet naar wat hij zegt. Want Jahweh, uw God, wil u daarmee op de proef stellen, om te ontdekken of u Hem wel met hart en ziel liefhebt.

Daar kom je al een heel end mee, maar daar dek je nog niet alles mee.

Paulus zegt: Laat van de profeten er telkens twee of drie spreken; daarna moeten de anderen het beoordelen. De anderen (die de heilige Geest ook ontvangen hebben) kunnen het dus beoordelen, en vooral diegenen die de gave hebben van onderscheiding van geesten. Maar een belangrijke toets is natuurlijk het Woord van God, daar kan het nooit tegenin gaan.

God kan iedereen gebruiken, zelfs een ezel. Maar ook de waarzegger Bileam, de hogepriester Caïfas en de hogepriester Eli profeteerden zuiver terwijl zij zelf niet in orde waren.

Als je een persoonlijke profetie ontvangt via iemand, dan raakt het je hart, bevestigt wat de heilige Geest al in je hart voorbereid heeft. Vaak herken je de stem van God, maar als je twijfelt mag je om bevestiging vragen. En daar antwoordt Hij op!

Ons profeteren is beperkt, zegt Paulus, het moet getoetst en zo nodig gecorrigeerd worden, maar doof de Geest niet uit en veracht de profetieën niet die hij u ingeeft. Onderzoek alles, behoud het goede…

Profeten

Profeten hebben een visie. Na de apostelen hebben zij de belangrijkste bediening in de gemeente. Zij zien in welke richting wij moeten gaan. Profeten spreken in de gemeente en voor hen geldt dat er twee of drie mogen spreken. Maar voor het profeteren door iedereen geldt geen beperking. En profeteren kan dus iedereen, dat is niet enkel gegeven aan de profeten.

U kunt ieder op uw beurt profeteren, zodat ieder van u kan worden onderwezen en bemoedigd.
Dus: Jaag de liefde na en streef naar de gaven van de Geest, vooral naar die van de profetie.

 

ONDERSCHEIDING VAN GEESTEN

Hier kunnen we verschillende dingen onder verstaan. De nieuwe vertaling zegt: de gave te onderscheiden wat wel en wat niet van de Geest afkomstig is.
Dus te weten of iets wel of niet van God komt: een profetie, openbaring, idee, uitspraak of wat dan ook. De satan is vaak als een ‘engel van het licht’, een imitator, hij wil de plaats van God innemen en hij schrikt er niet voor terug de gemeente binnen te komen om mensen te verleiden en levens te verwoesten.
Niemand minder dan Satan vermomt zich als een engel van het licht. Het ligt dus voor de hand dat ook zijn dienaren zich voordoen als dienaren van de gerechtigheid. Maar gelukkig heeft God wachters aangesteld die waken, bidden en onderscheiden.

Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen.
Voor zulk een strijd zijn bovennatuurlijke gaven onmisbaar.

Wat ook heel belangrijk is, is het onderscheid tussen de verschillende soorten geesten. Het is de gave te zien welke soort demonen de gemeente proberen te beïnvloeden, welke strategie ze volgen, om ze vervolgens aan te kunnen pakken.

Het gaat niet alleen om Satan en zijn dienaren, maar ook het onderscheid wat in bepaalde gevallen beweegredenen zijn van mensen in de gemeente, wat ze bezig houdt. Of ze op macht uit zijn, of vrouwen zoeken in te palmen, aandacht willen of wat dan ook. Zoals over Jezus staat in Joh. 2:25 en niemand hoefde Hem iets over de mens te vertellen, want Hij wist zelf wat er in een mens omgaat.

In de pastorale zorg, bij het bevrijden van mensen, is deze gave ook van belang om te zien of er sprake is van demonen en zo ja, welke soort. Het is de gave te zien waardoor mensen bezeten, geblokkeerd of gefolterd worden. En vaak zijn ziekten ook veroorzaakt door deze wezens.
Heel belangrijk in de pastorale zorg is ook het onderscheid om te zien of er wel sprake van demonen is, want een emotioneel zwaar beschadigde ziel lijkt veel op een bezeten persoon.

Als we het leven van Jezus bekijken, zien we dat het uitdrijven van geesten een van zijn belangrijkste activiteiten was. Jezus trok als weldoener door het land en genas iedereen die in de macht van de duivel was, want God stond Hem bij. De gave van onderscheid is zeer zeker bij evangelisatie heel belangrijk. Een evangelist heeft normaalgesproken de gave van genezing en van onderscheid van geesten met de daarbij horende kracht om ze te binden en uit te drijven.
Zo gauw een demon aan het licht gebracht wordt, zijn naam bekend wordt, is de helft van de strijd gestreden, dan wordt soms ook duidelijk door welke zonde hij binnen is gekomen. Maar vaak is een dergelijk probleem van buitenaf gekomen, bijvoorbeeld ‘geërfd’ van ouders en verder voorgeslacht, door misbruik, angst, vervloekingen, alcohol- of drugsgebruik, binnengekomen.

Het Griekse woord voor “onderscheiding” is “diakrisis” en betekent: een grondig, volkomen kennen van.

 

GAVEN VAN GENEZING

image471Behalve demonen uitdrijven heeft Jezus veel zieken genezen en zijn apostelen en discipelen opgedragen hetzelfde te doen.

Jezus trok rond langs alle steden en dorpen, Hij gaf er onderricht in de synagogen, verkondigde het goede nieuws over het koninkrijk en genas iedere ziekte en elke kwaal.
Nooit heeft Jezus of zijn leerlingen gezegd: draag deze ziekte nog een tijdje, of: God heeft een ander plan. Nee, Hij genas iedereen die bij Hem kwam.
Dus wij moeten Hem hierin volgen.

Zoals alle gaven, is deze ook voor iedereen, in meer of mindere mate. Het is naar gelang van het geloof. Om dit te kunnen doen hoef je niet veel geloof te voelen, alleen te gehoorzamen aan het woord van God en vervolgens zieken de handen op te leggen. God kan je daar in bepaalde situaties toe dringen.

Door zijn striemen bent u genezen, zegt de apostel Petrus, en de profeet Jesaja profeteerde 600 jaar eerder:
Maar Hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam.
Om onze zonden werd Hij doorboord, om onze wandaden gebroken.
Voor ons welzijn werd Hij getuchtigd, Zijn striemen brachten ons genezing.

Jezus heeft dus al onze ziekten al op zich genomen en onze zwakheden gedragen en wij hoeven dat dus niet meer. Als wij dat geloven, dan bewerkt dit geloof wonderen. Sommige mensen hebben dit geloof uitermate sterk.

In de grondtekst staat deze gave in het meervoud.
In de praktijk blijkt dat sommigen een speciaal geloof hebben voor het genezen van mensen met botproblemen: ruggen, een te korte been, enz., terwijl anderen bijvoorbeeld een sterk geloof hebben voor mensen met vruchtbaarheidsproblemen. Of weer een ander een bijzondere gave om mensen met innerlijke en emotionele wonden te genezen.

God wil ons heel hebben, dat is Zijn aard, Hij wil genezen, bevrijden, en aan ons om een kanaal van Zijn liefde te zijn.

 

GAVE VAN GELOOF

Naar aanleiding van het voorval met de vijgenboom, zei Jezus: Heb geloof in God, maar in de grondtekst staat: Heb geloof van God. Het gaat dus niet van ons uit maar van Hem. Het geloof als gave van de Geest is niet het geloof waardoor wij gered worden, maar een geloof om bijzondere dingen te doen (of te laten). In datzelfde stukje zegt Jezus: Ik verzeker jullie: als jullie geloven zonder te twijfelen, zul je niet alleen teweeg kunnen brengen wat er gebeurde met de vijgenboom, maar zul je zelfs tegen die berg kunnen zeggen: “Kom van je plaats en stort je in zee,” en het zal gebeuren. Alles waarom jullie in je gebeden vragen zullen jullie krijgen, als je maar gelooft.

De gave van geloof is ook het vermogen om in onmogelijke situaties een krachtig vertrouwen in God ten toon te spreiden. En dit geloof bewerkt wonderen en een verandering van de omstandigheden.
Een mooi voorbeeld is een Ethiopische voorganger die na enkele jaren droogte de mensen in een grote tent uitnodigde om samen om regen te gaan bidden. En hij was de enige die een paraplu meenam… En aan het einde van de dienst had hij hem nodig!

Een ander voorbeeld van geloof is iemand die Gods Woord ontving om naar Afrika te gaan. Er volgden geen details of verdere leiding. Dus pakte hij lukraak een vliegtuig naar Afrika, stapte in een taxi, kwam in een bijeenkomst terecht, preekte er en is niet opgehouden in Afrika te prediken, en er werd altijd van alles voorzien om te kunnen leven en reizen.

Paulus zegt dat we profeteren naar gelang van ons geloof. Dit geloof zegt dat God tot iemand of de gemeente wil spreken en op grond daarvan doen we de mond open en God begint te spreken. En natuurlijk heeft het gebruik van de andere gaven ook met geloof te maken.

Er zijn mensen die de gave van vertrouwen en geloof bovenmate ‘bezitten’ en zo een bemoediging zijn voor andere gelovigen en een getuige voor ongelovigen. En wie weet zullen zij ooit eens bergen letterlijk in zee werpen zoals Jezus gezegd heeft.

image024

GAVE VAN HET DOEN VAN WONDEREN

Heerlijk! Elia die vuur uit de hemel laat komen, Jezus die de storm stilt of de menigte voedt, Paulus die een jongen uit de doden opwekt.
God doet graag wonderen en sinds ongeveer 1900 gebeurt er weer steeds meer onder de kinderen van God. God wekt de bovennatuurlijke kracht van de gemeente op en hoe meer het einde nadert hoe harder dat nodig zal blijken te zijn. De satan ziet dit helemaal niet zitten dat de kerk, net zoals Simson toentertijd, zijn krachten terug krijgt.

Een voorbeeld van een wonder is Paulus die een tovenaar aanpakt: Let op: de hand van de Heer zal u treffen, u zult blind zijn en voorlopig geen zonlicht meer zien.’ Onmiddellijk werd alles donker om hem heen, zodat hij tastend zijn weg moest zoeken en anderen moest vragen of ze hem wilden leiden. Toen de proconsul dit zag, aanvaardde hij het geloof, diep onder de indruk als hij was van wat hij over de Heer had geleerd.

Wonderen kunnen groots zijn, maar ook klein en alleen voor jou persoonlijk bestemd. Bijvoorbeeld: je bent een vrouw, onderweg in het donker, en je auto houdt er ineens mee op. Je roept tot God en ineens geloof je dat God zelf de auto zal repareren. Je legt je hand op de motorkap, bidt en de auto start daarna weer. Of er is een evangelisatie gepland en het weer wordt dreigend. Je bidt en de zonnestralen breken door.

Zoals alle gaven baart oefening kunst! Geloof is als een gat in de grond: hoe meer je eruit haalt hoe groter het wordt.

 

GAVE VAN WIJSHEID

Wijsheid heeft weinig te maken met kennis of intelligentie en deze bovennatuurlijke gave nog minder. Wijsheid is de ingeving op een bepaald moment wat je of iemand anders het beste kan doen of zeggen en/of niet moet zeggen of doen. Als bovennatuurlijke gave is het te weten hoe Jezus zou reageren in een bepaalde situatie.

Een heel belangrijke gave, het is als het ware ook de basis van alle andere gaven en daarom misschien als eerste genoemd door Paulus. Misschien niet wijs van mij om deze gave bijna als laatste te behandelen…

Jezus heeft vaak de gave van wijsheid tentoongespreid, vooral in zijn contact met de Farizeeën. Denk aan de vraag of de joden de belasting moesten betalen of de vraag of een overspelige vrouw gestenigd moest worden. En het verhaal van koning Salomo, met de twee hoertjes die elk een nog levende baby claimden, is overbekend.

 

GAVE VAN KENNIS

Dit is de gave door de ingeving van de heilige Geest te weten wat er geweten moet worden. Een echte openbaringsgave. Jezus wist hoeveel mannen de Samaritaanse vrouw gehad had, Petrus wist dat Ananias en Saffira logen over de verkoop van hun land en het geld dat ze ervoor gekregen hadden.

Vaker werkt deze gave samen met de gave van genezing. Iemand zegt bijvoorbeeld: er is hier iemand die hevige pijn in zijn rechterbeen heeft, God wil hem genezen.

Sommige Bijbelleraars openbaren fantastische dingen in hun onderwijs van het Woord. Zij hebben een gave van kennis van het Woord van God. Zij zien dingen die anderen niet zien en zien associaties tussen de verschillende Bijbelteksten. En zij hebben de gave kennis over te brengen. Na Jezus is Paulus hiervan een groot voorbeeld. Hij heeft bijvoorbeeld de betekenis van het kruis geopenbaard.

Het woord “kennis” komt van het Griekse woord: “ginosko” dat “herkennen, volledig begrijpen, zeker weten” betekent.

 

NAWOORD

En Hij is het die apostelen heeft aangesteld, en profeten, evangelie­verkondigers, herders en leraren, om de heiligen toe te rusten voor het werk in Zijn dienst om de heiligen toe te rusten voor het werk in Zijn dienst.

Bij apostelen functioneren alle gaven, hij heeft ze allemaal ook hard nodig bij het leggen van een fundament van een nieuwe gemeente. Profeten hebben natuurlijk minimaal de gave van profetie en van openbaring. Evangelisten hebben normaal minimaal de gaven van genezing en onderscheiding van boze geesten en heel vaak van profetie. Herders hopelijk de gave van wijsheid en van onderscheiding van geesten, maar ook van leiding geven. Leraren de gave van kennis en wijsheid. Maar er zijn natuurlijk allerlei variaties mogelijk.

Door de doop in de heilige Geest komt Gods bovennatuurlijke kracht in ons. Door naar de gaven te streven activeren we de gaven die al latent in ons aanwezig zijn. Hijzelf maakt uiteindelijk uit hoe Hij ons het liefste wil gebruiken. En dat kan verschillen naar gelang onze bediening en de situatie waarin we verkeren.

Om de gaven te gebruiken vraagt altijd wel even wat moed.
Ik kende iemand die graag wilde leren profeteren en alvast een profetie uit het hoofd had geleerd om die later in de gemeente uit te spreken. Het uur van de samenkomst aangebroken, deed hij zijn mond open, en zei: Zo spreekt de Heer… en daarna kwam er heel wat anders uit dan wat hij uit het hoofd geleerd had. De Heer had daar werkelijk gesproken!
Zo is het spreken in tongen ook een kwestie van de mond open doen.
De eerste stapjes zijn vaak het moeilijkste. Maar het is toch zelden dat een klein kind daarom besluit niet meer te proberen te lopen of te praten. Laten wij als de kinderen zijn en willen groeien!

Zo wordt het lichaam van Christus opgebouwd, totdat wij allen samen door ons geloof en door onze kennis van de Zoon van God een eenheid vormen, de eenheid van de volmaakte mens, van de tot volle wasdom gekomen volheid van Christus. … Ieder deel draagt naar vermogen bij tot de groei van het lichaam, dat zo zichzelf opbouwt door de liefde.