Zij zullen Mij allen kennen,
van de geringste tot de grootste van hen

(Hebr. 8:11)

 

Jehovah roept ons op zijn getuigen te zijn.

Zijn woord getuigt van Hem, van zijn heerlijkheid, zijn gedachten, zijn plannen – dat mogen wij verkondigen.

Jehovah heeft ons mensen lief. Hij verlangt ernaar zich aan ons te openbaren.
Zijn openbaring aan ons is vaak eerst onderwijzend en daadwerkelijk bevrijdend, voordat Hij zich persoonlijk toont.

Van die kracht, die tastbare liefde van Hem in ons persoonlijk leven, daarvan mogen wij getuigen.

Dit verlangen van Jehovah, om door zijn Zoon Jezus Christus zo persoonlijk zijn kracht en verlossing te ervaren is weinig bekend.
En wat weinig bekend is wordt weinig verwacht…

De liefde verlangt volkomen te verlossen. God verlangt ons vrij en gelukkig te maken en zijn Koninkrijk ook in een ieder van ons persoonlijk te openbaren.
Dan zal onze hele verschijning meer en meer getuigen van Hem en zijn liefde, al voor we gesproken hebben. Zoals iemand eens zei: weest zijn getuigen en als het niet anders kan, dan ook met woorden.

De Bijbelaanhalingen zijn genomen uit de Nieuwe-Wereldvertaling van de christelijke Griekse Geschriften, vertaald uit de Engelse vertaling van 1961.

VERZOENING

In het verhaal van de verloren zoon zien we de Vader met wijd open armen zijn zoon verwelkomen en een geweldig feest voor hem organiseren.

Het geeft God geweldige vreugde als één van zijn schepselen terug thuis komt.

In Lukas 15 beschrijft Jezus wat er in Hem omgaat als Hij het verlorene vindt. In vers 10 zegt Hij: Zo zeg ik u, ontstaat er vreugde bij de engelen Gods over één zondaar die berouw heeft.

Scheiding brengt lijden. En scheiding was er gekomen tussen Jehovah en de mens door de zondeval. En het lijden is er aan Gods kant en aan onze kant.

 

Indien er geen bloed wordt vergoten geschiedt er geen vergeving (Hebr. 9:22).

Dit is rechtvaardig; zonde vraagt om straf. Toch gaf dit ook hoop: er bestond dus een mogelijkheid tot een zekere verzoening. De boeken van Mozes handelen hier uitgebreid over.

Mensen die ernstig gemeenschap met Jehovah zochten, beseften dat al het bloed van de wereld geen werkelijke verzoening meer kon brengen over alle liefdeloosheid.

God is rechtvaardig én Hij is liefde. Daarom stuurde Hij zijn Zoon om zijn bloed te laten vloeien in plaats van het onze. Wat een liefde! Door zijn offer zijn wij voor eeuwig gered en in gemeenschap met de Vader gebracht (mits wij dit in geloof aannemen…)

Wij prediken een aan de paal gehangen Christus, zegt Paulus (in I Kor. 1:23), en wij mogen Paulus hierin navolgen, want dát is het antwoord voor deze wereld in haar grote schuld tegenover God.

In Rom. 3:23-25a zegt Paulus hierover: Allen hebben gezondigd en bereiken niet de heerlijkheid Gods, en het is als een vrije gave dat zij door de onverdiende goedheid rechtvaardig worden verklaard op grond van de losprijs die door Christus Jezus is betaald. God heeft Hem als zoenoffer gesteld door middel van geloof in zijn bloed, en wat is mooier dan verzoening?

Die nacht dat God tot mij naderde deed Hij mij meer en meer de diepte van mijn zonde, mijn liefdeloosheid, beseffen. Het maakte mij radeloos van verdriet en wanhoop, en ik verlangde uit dit leven te verdwijnen.

Maar toen ik zo in dat zwarte gat staarde toonde Hij mij zijn verlangen om mij te vergeven. Die onvoorwaardelijke liefde heeft mijn hart overwonnen.

Wat een vreugde was dat! Daarna kostte het mij iedere keer weer tranen van vreugde en ontroering als ik in zijn nabijheid kwam.

Door God vergeven worden is iets geweldigs. En wat hunkeren veel mensen hiernaar.

Wij moeten getuigen van Zijn liefde en vergeving zijn en mensen oproepen tot verzoening met God:

…God, die ons door Christus met zich heeft verzoend, en ons de bediening van de verzoening heeft gegeven (II Kor. 5:18). En in Lukas 24:47 staat: Op basis van zijn naam zou er in alle natiën berouw tot vergeving van zonden gepredikt worden.

Als wij niet persoonlijk de dood en opstandingskracht van Christus ervaren hebben, als wij niet persoonlijk zijn vergeving hebben ontvangen en in persoonlijk contact met Hem zijn gekomen, dan kunnen wij geen getuigen van Hem zijn en geen verkondigers van de blijde boodschap.

Dus ontvang wat God u wilt geven!

IN GEMEENSCHAP MET GOD

En zij zullen geenszins een ieder zijn medeburger en een ieder zijn broeder leren, zeggende: “Ken Jehovah!” Want zij zullen mij allen kennen, van de geringste tot de grootste onder hen. Want Ik zal barmhartig zijn ten aanzien van hun onrechtvaardige daden, en Ik zal hun zonden geenszins meer gedenken (Hebr. 8:11-12).

Als uw zonden u vergeven zijn en u Jehovah persoonlijk kent, dan hebt u deel aan het nieuwe verbond.

De Joden hadden nauwelijks persoonlijke omgang met Jehovah. De hogepriester mocht als enige eenmaal per jaar in het Allerheiligste komen. Een groot gordijn maakte scheiding tussen God en het volk.

Toen Jezus aan het hout stierf, gebeurde er iets indrukwekkends: En zie! het gordijn van het heiligdom scheurde van boven tot onder in tweeën (Matt. 27:51).

De scheiding tussen God en ons, gewone mensen, was verdwenen. De weg naar God werd geopend en daar stond en staat God met wijdopen armen…

Maar hoevelen lopen in zijn armen? Hoevelen studeren theologie in plaats van persoonlijk met God om te gaan, waartoe Hij ons uitnodigt?

Zeer weinigen komen bij Hemzelf en leren Hemzelf kennen.

image089Ik ben de Weg, zegt Jezus; Hij zegt niet “mijn leer is de weg”. Hij wijst op het persoonlijke. En Hij zegt: Komt tot mij en niet “Komt tot mijn leer”. Kijk maar hoe David, een man naar Gods hart, met Hem omging (in de psalmen), zo persoonlijk – als voorbeeld voor ons opgeschreven.

In Joh. 14:21 en 14:23 zegt Jezus:
Wie mij liefheeft, zal door mijn Vader bemind worden, en ik zal hem liefhebben en zal mij duidelijk aan hem laten zien…. Indien iemand mij liefheeft, zal hij mijn woord onderhouden, en mijn Vader zal hem liefhebben, en wij zullen tot hem komen en bij hem gaan wonen.

Liefde verlangt een totale samensmelting.

God is liefde en hij verlangt een totale eenheid met ons, mensen. En ook onze grootste en diepste behoefte is het ontvangen van liefde en het geven ervan. Onpersoonlijke liefde bestaat niet. Een liefdesband met iemand waar we geen omgang mee hebben kan ook niet. Kennis, profetieën, talen, zij zullen verstommen, maar de liefde blijft. Als wij veel kennis opbouwen en hard voor Hem werken, maar niet die rechtstreekse liefdesband met Hem onderhouden, dan houden wij straks niets over…

Persoonlijke omgang met Jehovah krijgen is het grote geheim van het evangelie, en hoe weinigen leren dit geheim kennen en blijven steken bij studies. Zoudt u een vriend of een levenspartner willen hebben, die alle kennis over u en uw doen en laten verzamelt en doorvertelt, maar nooit bij u komt zitten. Ik niet!

GEEFT GOD MET MATE?

De liefde wil zichzelf helemaal geven; zij wil degene die ze liefheeft volkomen genezen en gelukkig maken. Straks? Nee, nu al. Zo is de liefde.

Als wij in het binnenste van ons wezen niet de volkomen liefde en blijdschap hebben ontvangen, de bevrediging van onze diepste verlangens, dan hebben wij in werkelijkheid nog niet, of nauwelijks, ontvangen.

Dit met mate ontvangen van Gods heerlijkheid komt vaak door een angst onszelf te verliezen, door een verkeerde prediking en beperkt onderwijs.

Het eerste wat wij te doen hebben, is Christus aanvaarden als onze middelaar en verlosser. En dan volgt de belofte van God uit Joh. 1:12:

Doch aan allen die Hem wel ontvingen, heeft Hij de autoriteit gegeven Gods kinderen te worden, omdat zij geloof oefenden in zijn naam; en zij zijn niet uit bloed noch uit een vleselijke wil of uit de wil van een man geboren, maar uit God. Velen hebben Christus aanvaard, maar hoe weinigen maken gebruik van de autoriteit die God aan allen gegeven heeft!

Als u een kind van God bent, dan bent u uit het geloof geboren en dan bent u tot het werkelijke levende geloof gekomen.

In dit totale vanuit het hart geloven deed Johannes in I Joh. 5:1 de uitspraak doen: Een ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren.

Ook Paulus zegt, in Gal. 3:26:
In werkelijkheid zijt gij allen zonen van God door middel van uw geloof in Christus Jezus. De daaropvolgende verzen zijn ook de moeite waard om te lezen. En in Gal. 4:6 zegt hij verder:
Omdat gij nu zonen zijt, heeft God de geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die uitroept: “Abba, Vader!” Gij zijt dus geen slaaf meer, maar een zoon, en indien een zoon, dan ook een erfgenaam, dank zij God. En wat erft een erfgenaam? Alles!

We kennen allemaal de ruzies die kunnen ontstaan rond erfenissen, zelf dat de een de ander probeert te onterven, geheel of gedeeltelijk. Zelfs het gezin van God is daar niet schoon van…

In vers 12 zegt Paulus verder:
Broeders, ik smeek u: wordt zoals ik, want ook ik was eens zoals gij. Dát is werkelijke liefde! En dan kunnen wij met David zingen: Mijn beker vloeit over. Want vullen zal God ons ­ als wij Hem zijn gang laten gaan, tot overvloeiens toe!

Vullen doet God ons voor onszelf en overvloeien doet Hij ons voor onze naasten. Zo hebben wij velen tot geloof en overgave zien komen, door de liefde en blijdschap die gelovigen uit kunnen stralen, want dat doet hen open staan voor de ‘geest der waarheid’.

Ons verstand is vaak een ernstige hinderpaal voor het ontvangen van Gods zegeningen. Ons denken moet nog behoorlijk vernieuwd worden en beetje ongeloof mag ook wel weg. Jezus zegt dan ook: Wie het Koninkrijk Gods niet ontvangt als een jong kind, zal er geenszins binnengaan.

U bent van harte uitgenodigd!

ARMAGEDDON

Zullen wij Armageddon overleven?

Het einde alle dingen is nabijgekomen. Weest daarom gezond van verstand en weest waakzaam met het oog op gebeden. Hebt bovenal intense liefde voor elkaar
(I Petrus 4:7).

Petrus brengt hier gebed en liefde naar voren.
Gebed is gemeenschap met Jehovah en vanuit die eendracht kunnen wij leven en werken. Gebed is een kracht tot overwinning.

Liefde is de grootste eigenschap van God en dat behoort ook de onze te zijn.

Jehovah heeft uit liefde Jezus gezonden. Jezus is uit liefde voor ons gestorven èn opgestaan. Uit liefde heeft Hij de heilige Geest gezonden; de liefde van God is in ons hart uitgestort door middel van de heilige geest, die ons werd gegeven, zodat het evangelie weer uit liefde kon worden doorgegeven.

Iets anders mag ons er niet toe drijven om het evangelie te verkondigen – geen ambitieuze gevoelens (op willen klimmen in de organisatie) – geen angst (bang anders Armageddon niet te overleven), – geen zelfbevestiging (bewijzen dat men wat is), zelfs niet enkel plicht – alleen liefde.

Jezus is gekomen om allen die uit vrees voor de dood hun leven lang aan slavernij (aan de duivel) onderworpen waren, te bevrijden (Hebr. 2:15).

Als wij het evangelie verkondigen uit angst dat wij Armageddon anders niet overleven, dan zijn wij (gedeeltelijk) nog in satans macht en dan zoekt Jezus vanuit een diepe innerlijke ontferming ons te bevrijden.

De basis van onze redding ligt in de onverdiende goedheid van Jehovah voor ons. En die goedheid wordt ons deel door ons geloof.

Joh. 8:32 zegt: …gij zult de waarheid kennen en de waarheid zal u vrijmaken.

Wat zegt de waarheid?

door onverdiende goedheid zijt gij door middel van geloof gered, en dit hebt u niet aan uzelf te danken, het is Gods gave. Neen, het is niet aan werken te danken… (Ef. 2:8).

En waarvan maakt de waarheid ons vrij?

Zij maakt ons vrij van de druk van de wet, vrij van vrees verloren te gaan, vrij van dwang van andere mensen. De Romeinen- en Galatenbrief handelen hier uitvoerig over. Misschien denkt u dan: en Rom. 10:10 dan? Dit Schriftgedeelte zegt:
Met het hart oefent men geloof tot rechtvaardigheid, maar met de mond doet men een openlijke bekendmaking tot redding.

Hier staat niet: hoe meer je getuigt hoe meer je gered wordt, maar: als men openlijk voor Jezus uitkomt en Hem niet verloochent, zul men gered worden. Dan is het uw houding die u redt en niet de hoeveelheid getuigenisarbeid. God zij dank, anders ontstaat er een krampachtig, plichtmatig ‘blijde’-boodschapverkondiging.

Wie gelooft heeft eeuwig leven, zegt Jezus (Joh. 6:47) en in Hebr. 7:25 staat: Jezus is in staat om degenen die door bemiddeling van hem tot God naderen volledig te redden, daar hij altijd leeft om voor hen te pleiten
…veelmeer zullen wij daarom, aangezien wij nu door zijn bloed rechtvaardig zijn verklaard, door bemiddeling van Hem van gramschap worden gered (Rom. 5:9).

Klamp u aan zijn woord vast, het is uw schild. En sla met dit zwaard van de Geest de leugen en zijn vader weg. God houdt van u, zijn kinderen zal Hij nooit verloren laten gaan. Wie zich aan Hem vastklampen en bij Hem schuilen zal Hij niet verstoten.

GETUIGEN

Jehovah getuigt van zijn Zoon, zoals we kunnen lezen in I Joh. 5:9-10. Hij stelt Jezus centraal. In de twee daaropvolgende verzen lezen we:
En dit is het gegeven getuigenis, dat God ons eeuwig leven heeft gegeven, en dit leven is in zijn Zoon. Wie de Zoon heeft, heeft dit leven; wie de Zoon van God niet heeft, heeft dit leven niet.
Wij hebben eeuwig leven door ons geloof in de naam van de Zoon van God te stellen, zegt het volgende vers.

Ook de heilige Geest getuigt van Jezus:
…de geest der waarheid, die van de Vader uitgaat, zal getuigenis over mij afleggen (Joh. 15:26).

Ook wij mogen van Hem getuigen: gij zult getuigen van mij zijn (Hand. 1:8) en dan kunnen wij zeggen, samen met allen die God dienen: Wij hebben het werk dat bestaat in het getuigenis afleggen omtrent Jezus (Openb. 19:10).

Indien iemand mij dient, zal de Vader hem eren, zegt Jezus (Joh. 12:26), maar de mensen niet altijd en dat is maar zwak uitgedrukt.

Iedereen die God wil dienen moet voorbereid zijn – weten dat vervolging komt. Gij zult om mijn naam voorwerpen van haat zijn voor alle mensen, waarschuwt Jezus in Matt. 10:22, en gij zult voor koningen en bestuurders gesleept worden terwille van mijn naam (Lukas 21:12).

In de Bijbel komen we vele bemoedigingen tegen, o.a. in Petrus 4:14,16: Indien gij om de naam van Christus wordt gesmaad, zijt gij gelukkig, want de geest der heerlijkheid, ja de geest van God, rust op u… hij blijve God verheerlijken in deze naam.

Wij zullen vervolgd worden, maar velen zullen ook uitzien naar de Messias. In Matt. 12:21 staat zelfs: Voorwaar, op zijn naam zullen natiën hopen, wetende dat er onder de hemel geen andere naam is die onder de mensen is gegeven, waardoor wij gered moeten worden. (Hand. 4:12).

Terwille van dezen worden wij uitgezonden, om te spreken over wat wij weten, en getuigenis af te leggen van wat wij gezien hebben.

Getuigen en verkondigen…maar hoe?

Met woord en daad in ieder geval, want spreken over geloof en liefde zonder daden is een lege dop geven. En in al ons werk voor God wil God zelf ons leiden.

Jezus zegt in Joh. 3:8: De wind blaast waarheen hij wil, en gij hoort het geluid ervan, maar gij weet niet waar het vandaan komt en waar hij heengaat. Zo is een ieder die uit de geest is geboren.

Hier duidt Jezus erop dat zijn dienstknechten niet op de eerste plaats door verstand, plicht, gevoel, of wat dan ook geleid worden, maar door de geest. En de geest werkt niet in vaste patronen. Dat zien we bijvoorbeeld hoe Jezus mensen genas – dat was iedere keer anders.

Jezus zei: Voorwaar, voorwaar, ik zeg u: de Zoon kan geen enkel ding uit zichzelf doen, maar alleen wat hij de Vader ziet doen (Joh. 5:19).

Jezus kon dat niet en wij kunnen dat nog minder. Daarom is persoonlijk, rechtstreeks contact met de Vader onmisbaar. En daarom moet, net zoals in Jezus’ leven, ook in ons leven gebed centraal staan. En dan hangt het van God af waar, wanneer en bij wie wij zijn om Hem te vertegenwoordigen.

Iedere situatie vereist een andere opstelling.

Door de Geest geleid…dan werken wij niet wetmatig meer, maar creatief en doeltreffend.

Het is goed regelmatig de rust en stilte van God in te gaan; wij zijn dan ook als instrumenten van God die zijn werkplaats binnenkomen om bijgeslepen te worden. Wij kunnen ons daar laten zuiveren van verkeerde motieven; wij kunnen ons daar laten bevrijden van vrees en krampachtigheid. Wij kunnen ons laten vullen met zijn heerlijkheid en ons laten onderwijzen in de dingen van het Koninkrijk.

Gods stilte in gaan…daar is moed voor nodig. Maar juist in deze tijden van gebed en bezinning zal Jehovah ons dichter bij zich trekken en ons meer en meer met zijn geest vervullen. En zo wordt Jezus’ belofte uit Joh. 14:12 langzamerhand ons deel: Wie geloof oefent in mij, zal ook zelf de werken doen die ik doe; en hij zal grotere werken dan deze doen… Gelooft u dat?

Als wij ons alleen door Gods geest laten leiden, dan zullen de mensen God gaan herkennen en zijn liefde voor hen zien. Zo zullen de harten voor Hem gewonnen worden. En waar een hart gewonnen is, daar zal alle kracht, ziel en verstand ingezet worden om Hem te dienen. Looft Jah! En zo wordt het vuur doorgegeven.

TOT SLOT

Schapen horen naar de stem van de herder; zij kennen de herder en volgen hem. Lammetjes kennen de stem van de herder niet of nauwelijks – zij volgen de schapen.

Zo ook in geestelijke zin:

Zij die Jehovah toebehoren kennen Jezus en horen zijn stem en volgen hem. Zij die geestelijk nog niet volwassen zijn, volgen de andere gelovigen en horen naar hen.

De bedoeling is natuurlijk dat die lammetjes volwassen worden en in dat proces begeleidt de gemeente hen, normaalgesproken. De gemeente is als het ware de moeder.

Dit is mijn Zoon, de geliefde, die ik heb goedgekeurd; luistert naar hem, zegt Jehovah in Matt. 17:5. En Jezus zelf zegt: Volg mij. Hèm moeten wij volgen, want alleen Hij is volmaakt en volkomen te vertrouwen; een mens of organisatie is dat niet.

We mogen elkaar wel begeleiden en leren, maar zonder daarbij heerschappij over elkaar uit te oefenen. Jezus is daar in Matt. 23:8-10 heel duidelijk over. Ook Paulus zegt in diezelfde geest: Niet dat wij meesters over uw geloof zijn, maar wij zijn medewerkers tot uw vreugde, want gij staat door het geloof (II Kor. 1:24).

Wij mogen niet over het leven van elkaar en over het geloof van de ander heersen. Toch gebeurt het veel, zelfs in de Wachttorengemeenschap. God wil ons daar weerbaar tegen maken: als u angst voelt voor de gemeente of de organisatie omdat u een afwijkende mening hebt op een of meerdere punten, terwijl u weet dat u oprecht voor God staat, dan moet u weten dat angst nooit van God komt om u te beteugelen, maar van de satan om u te dwingen. Dan mag u in de naam van Jezus deze geest van macht en controle bestraffen en onverschrokken luisteren naar de stem van de herder. Dit is het laatste wat de duivel wil: dat u persoonlijk contact met Jezus krijgt, zijn stem hoort en Hèm volgt. God heeft ons niet een geest van lafhartigheid gegeven, maar een geest van kracht en van liefde en van gezond verstand (II Tim. 1:7). En in I Tim. 2:5 staat: Er is één God en één middelaar tussen God en de mensen, een mens, Christus Jezus. Er zijn kerken die Maria als extra middelaar ertussen zetten, of priesters, of apostels, of het gezalfde overblijfsel… Dit moet zo niet zijn.

In het begin na mijn bekering heb ik vaak naar de sleutel gezocht om in de volle waarheid te kunnen blijven. Plotseling zag ik het: Jezus zegt: Ik ben de weg. Toen begreep ik dat ik Hemzelf vast moest houden en Hem in al mijn wegen moest kennen – dan zat ik altijd op de goede weg. Wat zijn afdwalingen? Dat is het persoonlijk contact met God door Jezus verliezen.

Jezus zelf is de ‘ark van Noach’, daarom predikten zijn discipelen altijd Hèm en niet hun organisatie of kerk. En Jezus zegt in Joh. 6:37: Wie tot mij komt, zal ik geenszins verdrijven, nooit! ook niet als anderen of zelfs uw gemeente u uitstoot en verdrijft, want Hij blijft getrouw.

Jehovah zegene u!

Wij zijn zo gewend beperkt van God te denken, terwijl wij het onmogelijke van Hem mogen verwachten. Hoe vaak moedigt Jezus ons niet aan te bidden en te geloven dat we ontvangen wat we bidden?

Hij zegt: Ik ben gekomen opdat wij leven zouden hebben en het in overvloed zouden hebben (Joh. 10:10).

En dat is logisch: liefde verlangt te geven en niet weinig ook.

We hebben elkaar nodig om aangemoedigd te worden in alles op God te vertrouwen en open te staan om van Hem te ontvangen. Hoe meer wij ontvangen, hoe meer wij uit kunnen delen, hoe meer God geëerd zal worden.

Gij zijt het licht der wereld, zegt Jezus. Als wij Jezus geloven en durven ontvangen wat Hij aanbiedt, dan zullen wij een licht zijn van liefde, geluk, blijdschap, rust en vrede, van waarheid, rechtvaardigheid, wijsheid en kennis.

Jehovah wil u zegenen !

Vraagt en gij zult ontvangen, opdat uw vreugde volkomen moge worden, dat zegt Jezus tot u. En Hij verwacht dat u veel zult vragen. Stel uw hart maar open om veel van zijn liefde te ontvangen, dan zult u vanzelf overstromen.

Voor meer informatie en hulp: http://www.freedom4all.net/